Architectuurtoerisme: op roadtrip langs culthuizen
Europa heeft heel wat architectenwoningen die intussen een cultstatus hebben bereikt. Van Baltische tot Middellandse Zee, stippelen we een roadtrip voor de architectuurtoerist uit in acht stops.
1. Finland, Muuratsalo Experimental House
Finland is het land van Alvar Aalto, je treft er dus meerdere woningen van zijn hand. Villa Mairea , die hij ontwierp voor de oprichters van het Finse meubelmerk Artek, Aalto House, het huis dat hij met Aino, zijn eerste vrouw, deelde in Helsinki of nog het maar net voor het publiek geopende Villa Skeppet, het laatste huis dat hij ontwierp voor zijn dood. Maar laten we kiezen voor Experimental House. Aalto ontwierp en bouwde dit zomerhuis, dat ook als zijn privélaboratorium diende, na het overlijden van Aino (1952- 54). Hij ging er midden in de Finse bossen loos met materialen en texturen. Zijn baksteenspel – hij gebruikte verschillende types om tal van patronen en vormen te creëren op de achtergevel – bewijst dat de rode steen veel meer in petto heeft dan wat wij ervan maken.
2. Denemarken, Finn Juhl’s Hus
Vanuit Helsinki de ferry op richting Denemarken, het land van Arne Jacobson, die dit jaar zijn 120ste verjaardag zou vieren. Dit najaar zal veel om hem te doen zijn – hou de Deco-special van 21 september in het oog –, vandaar dat we voor een ander architectenwoning kiezen op deze roadtrip: het huis van Finn Juhl, architect en meubelontwerper, in Charlottenlund. Het huis, dat deel uitmaakt van het mooie Ordrupgaard Museum, werd gebouwd in 1942 en wordt tot een van de mooiste voorbeelden van het modernisme in Denemarken gerekend. Het diende als een podium waarop de architect zijn ideeën over design kon uitproberen. Doorheen de jaren veranderde het interieur dan ook vaak. Bij een bezoek moet je uitkijken naar The Chieftan-stoel en The Poet-sofa, zijn meesterwerken.
3. Duitsland, Villa Auerbach
Op Bauhaus studiereis door de Weimar – met indrukwekkende huizen van Mies Van der Rohe, Henry van de Velde en het Bauhaus zelf, waar je ook kunt overnachten – kwam ik terecht in Jena, waar Walter Gropius Villa Auerbach bouwde in 1924. Hij deed dat in opdracht van een Joods koppel, professor Felix Auerbach en zijn vrouw Anna. Het is een van de weinige residentiele projecten van de oud Bauhaus-directeur. Daarnaast is het niet alleen uniek omwille van de vooruitstrevende architectuur voor die tijd, maar ook omdat het de oorspronkelijke kleuren toont van het interieur, die gebaseerd zijn op de ideeën van Alfred Arendt. Hij combineerde er maar liefst 37 verschillende pasteltinten, allemaal nauwkeurig gerestaureerd door de huidige bewoners die graag – na afspraak – hun deuren voor je openzetten.
4. Duitsland, Haus Schminke
Intense discussies tussen architect en opdrachtgevers – meningsverschillen enerzijds, maar evengoed over creativiteit – leidden tot dit indrukwekkende stoomboothuis in Löbau in het zuidoosten van Duitsland. Hans Scharoun, die na de Tweede Wereldoorlog een van de bepalende stedenbouwkundigen en architecten in Berlijn was en er onder andere de Philharmonie bouwde, ontwierp het voor Fritz Schminke, die zijn rijkdom vergaarde als pastafabrikant. Het huis zelf heeft een omstreden geschiedenis. Zo leverde de familie pasta aan de Wehrmacht, waardoor Schminke als oorlogsmisdadiger werd aangezien. In 1945 werd het huis tijdelijk geconfisqueerd door de Russen, waarna het een opvanghuis werd voor kinderslachtoffers van de bombardementen in Dresden en later het clubhuis van de communistische jeugdbeweging FDJ. Toen de erfgenamen van Schminke na de eenmaking van Duitsland afzagen van hun rechten op het huis, kwam het in handen van een organisatie. Dankzij hen kun je vandaag van het pionierswerk van Scharoun genieten en er zelfs overnachten.
1/3
© David Zidlicky
2/3
© David Zidlicky
3/3
© David Zidlicky
1/3
© David Zidlicky
2/3
© David Zidlicky
3/3
© David Zidlicky
5. Tsjechië, Villa Tugendhat
Villa Tugendhat is een emblematische plaats, omdat er in 1992 werd overeengekomen om het voormalige Tsjechoslowakije te splitsen in twee nieuwe staten: Tsjechië en Slovakije. Maar in de eerste plaats omdat het – sinds de ontmanteling van het Barcelona Paviljoen – een van de belangrijkste werken van Ludwig Mies van der Rohe vormt in Europa. Samen met Lilly Reich, Sergius Ruegenberg en Markéta Roderová-Müllerová ontwierp hij deze villa midden in het groen voor de Tugendhats, een familie Joods-Duitse industriëlen. Het huis was bijzonder in vele opzichten: voor het eerst in de architectuurgeschiedenis werd gebruikgemaakt van een stalen draagstructuur in de vorm van kolommen op een kruisvormige plattegrond. Er was een airconditioning avant la lettre en de vele ramen waren elektrisch aangedreven. En dan het interieur: de okerkleurige onyxwand die bij ondergaande zon rood kleurt, het ebbenhouten gordijn dat de eethoek van de woonkamer scheidt en de vele meubels die voor het huis zelf werden ontwikkeld zijn, waaronder de Brno-stoelen en Tugendhat-zetels. De Tugendhats zelf konden er maar een klein tien jaar van genieten: het huis werd in 1939 door de Gestapo geconfisqueerd en bij de bevrijding vernield. Sinds 2001 prijkt de villa op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
6. Oostenrijk, Haus Dellacher
De Amerikaanse architect Raimund Abraham ontwierp deze woning voor zijn jeugdvriend Max Dellacher en zijn gezin. Dellacher was fotograaf en werkte nauw samen met de architect om tot dit sculpturale volume te komen dat in 1969 ver vooruit was op zijn tijd. Het is een tijdloze woning met uitgepuurde lijnen, eerlijke materialen en een buitengewone zin voor ruimte. Sinds kort kun je het huis ook huren als vakantiewoning (voor maximaal 6 personen), en dat kun je maar beter overwegen, want deze Oostenrijkse regio staat bekend om zijn moderne en brutalistische architectuur. In de buurt vind je bijvoorbeeld de Osterkirche van de avant-gardistishe naoorloogse architect Günther Domenig. Zijn indrukwekkende Steinhaus (www.domenigsteinhaus.at/ ) aan de Italiaanse grens is een daguitstap waard.
7. Italië, Casa Remo Brindisi
Liefhebbers van witte tegels met zwarte voegen wanen zich hier in de hemel, kunstliefhebbers weten dat dit de kunstenaarswoning is van Remo Brindisi. Deze realistische schilder, schrijver en decorontwerper droomde van een excentrieke villa aan de oostkust van Italië (tussen Venetië en Ravenna), waar andere kunstenaars en vrienden elkaar konden ontmoeten. Een levend museum, zeg maar. Een kolfje naar de hand van de excentrieke Milanese architecte Nanda Vigo, die in 2020 overleed. Het strakke grid van de tegels doorbrak ze met een circulair atrium en bijbehorende draaitrap, met in het midden twee zetels die de vorm van het cilindervormige hart van het huis vormen. De ‘conversation pool’, noemde Vigo het. Waardoor het helemaal oké is om je hier ook in een zwembad te wanen.
8. Frankrijk, Maison Bernard
Eindigen doen we aan de Franse Riviera, bij het meesterwerk van Antti Lovag. De Hongaarse architect had een unieke visie op architectuur. Om de onconventionele dimensie van zijn benadering te onderstrepen, omschreef hij zichzelf als ‘abitoloog’. Architectuur as such interesseerde hem niet, hij wilde liever een omhulsel creëren dat de behoeften van de mens omvat. Vandaar ook zijn voorkeur voor rondingen en cirkelvormige volumes: die passen beter bij onze beweeglijkheid. Maison Bernard, oorspronkelijk ontworpen als woning voor de industrieel Pierre Bernard en zijn gezin, is een van de meest succesvolle voorbeelden van zijn organische architectuur. Maar er zijn nogal wat voorwaarden om het te bezoeken. Tijdens de zomermaanden kun je dit huis maar om de twee weken en enkel op dinsdagen bezoeken met minimaal vier gasten, ouder dan 15 jaar. En foto’s nemen – zelfs met je smartphone – mag ook niet. Analoog genieten dus.
Aangekomen aan de Middellandse Zee en liefhebber van beeldende kunst? Dit zijn de mooiste stichtingen, beeldentuinen, musea en andere culturele parels aan de Franse Riviera.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier