Opinie: Maakt Marcel Wanders nu kitsch of niet?

© Marcel Wanders

Er is heel wat te doen rond de grote hommagetentoonstelling gewijd aan de Nederlandse designrebel Marcel Wanders in het Stedelijke Museum in Amsterdam, zeg maar de tempel van de moderniteit. Verschillende critici vinden dat Wanders’design er niet thuishoort, meer nog, ze vinden wat hij ontwerpt kitsch. Dat klinkt lekker gedurfd!

Er is heel wat te doen rond de grote hommagetentoonstelling gewijd aan de Nederlandse designrebel Marcel Wanders in het Stedelijke Museum in Amsterdam, zeg maar de tempel van de moderniteit. Verschillende critici vinden dat Wanders’design er niet thuishoort, meer nog, ze vinden wat hij ontwerpt kitsch. Dat klinkt lekker gedurfd!

Het woordje kitsch is weer helemaal in de mode. Inzake vormgeving wordt het zelfs een soort kwaliteit. Ontwerpers van meubels, objecten, interieurs of zelfs mode vinden alles tof waar er een hoek af is, of wat net té is. Klopt wel, kitsch is een bevrijding, na al het minimalisme van de laatste tien à twintig jaar. En de interieurs hangen ondertussen vol gouden accenten en rijk uitgesponnen ornamenten. Maar de puristen hebben het daar moeilijk mee. In de design springen we losjes om met het begrip kitsch, maar in kunst en architectuur, disciplines die zichzelf ietwat meer serieus nemen, wordt er niet mee gelachen. Bijna niemand haalt het bijvoorbeeld in zijn hoofd om de creaties van Damien Hirst als kitsch af te doen. En toch… zou je best wat hedendaagse kunst als kitsch kunnen beschouwen. Lijkt me ook een boeiende discussie.

Maar als je dan een designer als Marcel Wanders uitnodigt in dé tempel par excellence, het Stedelijk, dan moet het even serieus wezen. Maar met Wanders, zeg maar de Nederlandse Philippe Starck -in Frankrijk ook wel verguisd door de aanhangers van Corbu & co- neem je een risico.

Het Nederlandse design, best bont qua kleur en vorm, werd in de jaren ’80 een begrip met designers als Wanders, Maarten Baas, Richard Hutten, Hella Jongerius en Wieki Somers. Later kwamen daar ook Piet Hein Eek, Job Smeets, Jurgen Bey en vele anderen bij, uit de designacademies van Eindhoven en Amsterdam. Ze maakten het dus bont met grappige en gedurfde design die via firma’s als Moooi en Droog Design wereldwijd werden verspreid. Wanders is daarvan een van de spilfiguren. Voor hardcore designliefhebbers met een meer architecturale smaak, die menen dat design vooral simpel en functioneel is, oogt dit soort Nederlandse design zeker “kitscherig”. De grote expo over Wanders in het Stedelijk, stelt de twee groepen diametraal tegenover elkaar. Aan de ene kant vinden zijn aanhangers de expo schitterend. In het NRC en de Volkskrant kreeg de expo 4 sterren. Maar de Britse criticus Alice Rawsthorn schreef in het Engelse kunstblad Frieze dat het museum beter een ander onderwerp had gekozen voor zijn eerste vormgevingsexpo.

Hoogleraar Timo de Rijk vindt zelfs dat het museum de weg kwijt lijkt te zijn. Frederike Huygen en Louise Schouwenberg noemden het werk van Wanders zelfs “kitsch”. Kortom: dit is een interessante discussie. Precies daarom organiseert het museum volgende week een groot debat tussen de pro’s en contra’s! Timo de Rijk (hoogleraar design), Chris Reinewald (publicist en hoofdredacteur Museumvisie), Marjan Groot (senior lecturer Universiteit Leiden)en Bernard Hulsman (architectuurcriticus NRC) gaan hierover op donderdag 22 mei (20u) in debat. Locatie: Teijin Auditorium, Stedelijke Museum te Amsterdam. De expo Marcel Wanders: Pinned Up loopt nog tot 15 juni.

Piet Swimberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content