Liefde voor het vak: achter iedere succesvolle designer staat een straffe vakman of -vrouw

Sophie Coucke, decoratieschilder - Lionel Jadot, interieurarchitect
Amélie Rombauts
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

Achter iedere succesvolle architect of designer staat wel een gepassioneerde vakman of -vrouw. Al staan ze vaak eerder naast elkaar. “Ambachtslui zijn genieën, er valt zoveel van hen te leren.”

Sophie Coucke, decoratieschilder – Lionel Jadot, interieurarchitect

Ze ontmoetten elkaar tien jaar geleden, werken sindsdien geregeld samen en delen hun werkplek bij Zaventem Ateliers. Het interessantste gezamenlijke project? De inrichting van de beneden- en de dakverdieping van Jam Hotel in Brussel.

Lionel Jadots voorliefde voor het ambacht ontstond al tijdens zijn kinderjaren. ‘Mijn familie is al zes generaties lang meubelfabrikant. Ik ben geboren in Sint-Gillis en onder ons appartement bevond zich het atelier’, vertelt hij. Om maar te zeggen: hij is vertrouwd met de geur van materialen. Toen hij begon als ontwerper, was het dan ook logisch dat hij zijn voeling met het ambacht zou aanhouden. Meer nog, het zou een centrale rol innemen in zijn werk. ‘We proberen onze klanten warm te maken voor lokale, kwaliteitsvolle producten en maatwerk in functie van de projecten.’ Daarin schuilt volgens Jadot de meerwaarde van een ambachtsman die er niet voor terugdeinst om risico’s te nemen. ‘Samenwerken met een ambachtsman biedt veel meer voldoening dan gewoon een standaardproduct bestellen. Achter elke handeling zit een mens. Elk product heeft een andere textuur, een andere consistentie. Het gaat om het uitwisselen van ideeën en technieken. Je leert zoveel van dergelijke samenwerking.’

Het is een samenwerking die steunt op professionele en menselijke interactie tussen de architect en de ambachtsman, preciseert Sophie Coucke. Zij begon met het restaureren van kunstwerken en evolueerde vervolgens naar interieurdecoratie. ‘Als je eenzelfde energie, visie en dynamiek deelt, kun je echt veel bereiken. Als je het gevoel hebt dat je de ander ook zaken kunt bijbrengen, haal je daar veel voldoening uit.’ Coucke erkent dat haar vak best een eenzaam beroep is en wijst op de grote vrijheid die ze geniet in haar samenwerking met Lionel Jadot. ‘Hij reikt suggesties aan, hij stuurt niet.’ De Brusselse interieurarchitect onderstreept hoe belangrijk het is om een idee nooit aan de kant te schuiven. ‘Je moet het werk van ambachtslui respecteren. Ze doen hun werk met liefde en ontwikkelen zelf creatieve voorstellen. Wanneer je samenwerkt moet je daarvoor openstaan. Je mag dat niet afblokken, anders verlies je zoveel inzichten.’

peintre-decorateur-sophie-coucke.be, lioneljadot.com

Laurent Brogneaux, lustrier – Francis Metzger, restauratiearchitect

Voor architect Francis Metzger, momenteel druk in de weer met de renovatie van het Brusselse Hotel Astoria, is samenwerken met ambachtslui een prioriteit. Zoals met Laurent Brogneaux van kroonluchtermakerij Goosse. De twee werkten ook al samen aan de restauratie van het Huis Saint-Cyr, ook in Brussel.

‘Wanneer men over ambacht spreekt, denkt men vooral aan schilders of meubelmakers’, zegt Francis Metzger. ‘Zelf kan ik geen vijf kroonluchtermakers noemen, zelfs niet in het buitenland.’ Het is dan ook een ambacht dat met uitsterven bedreigd is. Laurent Brogneaux, die toevallig in het vak belandde, is ondertussen al tien jaar bezig. De Luikenaar, die altijd al graag met zijn handen werkte, beschouwt zijn job als lustrier in geen geval als een stoffig beroep. ‘Het maken en herstellen van luchters evolueert voortdurend waardoor je altijd nieuwe dingen leert. We gebruiken ook methodes van vroeger en dat vind ik geweldig.’

Ik kan geen vijf kroonluchtermakers noemen, zelfs niet in het buitenland. Het ambacht is met uitsterven bedreigd.

Francis Metzger

Dat soort van waardevol vakmanschap, dat wordt doorgegeven van meester op leerling, is enorm in trek bij architecten. ‘Ambachtslui zijn genieën in hun domein, er valt zoveel van hen te leren’, stelt Metzger, die de metafoor van orkestleider en muzikanten gebruikt om zijn band met ambachtslui te illustreren. Ervaringen uitwisselen en overleggen is essentieel. Aan het begin van elk restauratieproject wordt de werkwijze gedefinieerd, legt de Brusselse architect uit. ‘Om te restaureren is het belangrijk om het bouwwerk te begrijpen, de juiste ambachtslui te kiezen, naar hen te luisteren, te overleggen en samen een doelstelling te bepalen.’

Laurent Brogneaux, lustrier - Francis Metzger, restauratiearchitect
Laurent Brogneaux, lustrier – Francis Metzger, restauratiearchitect© KAREL DUERINCKX & SOPHIA VAN DEN HOEK

‘Om uiteindelijk tot een resultaat te komen waarbij je niet de indruk krijgt dat er aan het gebouw werd gesleuteld’, vult Brogneaux aan. ‘Onze ingrepen mag je niet zien, of zo weinig mogelijk. Bij een goed uitgevoerde job heb je net niet het gevoel dat eraan werd gewerkt.’ De twee mannen werken momenteel samen aan de restauratie van Hotel Astoria – de heropening daarvan is voorzien in 2023. Voor dat project restaureert Goosse een reeks van 24 kroonluchters. 24 objecten, maar net zo goed 24 projecten, want elke kroonluchter is uniek.

lustrerie-goosse.be en ma2. be

Sotiris De Wit, harsgieter en kunstproducent – Sabine Marcelis, designer

Hoewel ze allebei aan Design Academy Eindhoven afstudeerden, maakten Sabine Marcelis en Sotiris De Wit pas later kennis in Milaan. Ze zocht er iemand om haar befaamde Candy Cubes te produceren. ‘De beste in het vak meende dat mijn idee niet haalbaar was. En toen stelde hij me Sotiris voor.’

Het is een frustratie die menig designer te verwerken krijgt. Aankloppen bij een gerenommeerde fabrikant en dan te horen krijgen dat het idee te complex is of te ver afwijkt van wat ze normaal produceren. ‘Met Sotiris is het net het tegenovergestelde’, vertelt de Nederlandse designer die in Brussel vertegenwoordigd wordt door Victor Hunt Gallery. Fendi, Céline, O.M.A en Dior behoren tot haar klanten. ‘Sotiris vindt de moeilijkste opdrachten de interessantste.’

Sotiris De Wit, harsgieter en kunstproducent - Sabine Marcelis, designer
Sotiris De Wit, harsgieter en kunstproducent – Sabine Marcelis, designer© KAREL DUERINCKX & SOPHIA VAN DEN HOEK

De woorden dat kan niet, spreekt De Wit liever niet uit. Het is altijd de bedoeling om bij te leren. ‘Ik gedij niet op bandwerk en massaproductie, maar wel op trial-and-error. Toen ik alleen begon, kon hars gegoten worden tot een dikte van 6 cm. Intussen haal ik met mijn twaalfkoppig team STRS volumes tot een halve meter breed. Het hangt allemaal af van mallen, verwarmings- en koelingsprocessen en de machines die we op onorthodoxe wijze hanteren. Elke stap houden we gedetailleerd bij in receptenboeken zodat we, zodra het nodig is, precies hetzelfde resultaat snel kunnen produceren. Dat vraagt veel inzet aan de basis, maar het zorgt er ook voor dat klanten, waaronder ook veel kunstenaars, steeds terugkomen. Ze vertrouwen erop dat mijn team het fikst, hoe complex hun ontwerp ook is.’

Sinds hun ontmoeting in 2014 groeiden hun studio’s heel organisch zij aan zij en worden alle harsprojecten van Marcelis door De Wit geproduceerd. Dus zochten ze een pand in Rotterdam waar ze hun respectieve teams konden vestigen. ‘Dat is een van de redenen van ons gezamenlijk succes’, vindt Marcelis. ‘Ontwerp en productie lopen echt hand in hand. Ik kan niet creëren zonder zijn inzichten in het productieproces.’ ‘En ik kan niet produceren zonder duidelijk te weten waar zij naartoe wil gaan’, vult De Wit aan. Voor minder dan perfect gaat de Gentenaar namelijk niet.

‘Ik zou met niemand anders willen samenwerken’, vat Marcelis het samen. ‘Zijn expertise is op dit ogenblik zo gegeerd dat de vraag nauwelijks valt bij te houden. Hoe kan het ook anders? Zo’n doorgedreven passie is zeldzaam.’

strs.nl – @strs_workshop, @sabine_marcelis

Antoine Vandewoude, schrijnwerker – Gert Voorjans, interieurarchitect

Al meer dan twintig jaar werken Gert Voorjans en Antoine Vandewoude geregeld samen, onder meer voor Dries Van Noten. Wat hen bindt, is dat ze beiden geen vast product aanbieden. ‘We creëren iets unieks en dan is het weg.’

Wie de projecten van Gert Voorjans kent, weet dat de flamboyante interieurarchitect niet van ‘prijskaartjes aan de muur’ houdt: kunst of design waarvan iedereen de prijs kent. ‘Niks mis met populaire objecten die en masse zijn geproduceerd. Alleen vind ik dat mijn klanten zich wel mogen afvragen of ze in een hotellerie willen wonen, of in een unieke privéwoning’, vertelt Voorjans, die vorig jaar de top 100 van ’s werelds beste decorateurs behaalde in AD-Magazine. Maatwerk lijkt dan een evidente keuze. Al zijn er gradaties.

Als het eindresultaat niet buitengewoon hoeft te zijn, dan moet je niet bij mij aankloppen.

Antoine Vandewoude

‘De meeste schrijnwerkerijen mogen dan wel maatwerk aanbieden, maar uiteindelijk krijg je er vooral semistandaardwerk. Antoine daarentegen, behoort tot de allerhoogste categorie in zijn vak. Wat hij doet is haute couture.’ Al was exclusiviteit niet het streefdoel van Vandewoude, die zichzelf autodidact noemt. ‘Het is door mijn manier van werken dat ik erin gerold ben. Als het eindresultaat niet buitengewoon hoeft te zijn, dan moet je niet bij mij aankloppen. Ik ga daar ook heel ver in. In die mate dat ik me mijn werk zelf niet zou kunnen veroorloven.’

Een van die exceptionele realisaties is een Chinees hemelbed, in opdracht van modeontwerper Dries Van Noten. Het ontwerp kwam er op basis van de antieke stof die Voorjans had geselecteerd voor het bijbehorende baldakijn. ‘Ik hou ervan om meubelen te bedenken en te maken die zodanig goed aansluiten bij de rest van de ruimte dat het authentiek lijkt. Alsof ze altijd al bij het huis hebben gehoord. Om dat te bekomen zoek ik grondig uit welke materialen, afwerkingen en technieken courant waren in de bouwperiode in kwestie. Ik heb een hekel aan imiteren.’ Dat heeft natuurlijk consequenties: als klant moet je geduld hebben.

Antoine Vandewoude, schrijnwerker - Gert Voorjans, interieurarchitect
Antoine Vandewoude, schrijnwerker – Gert Voorjans, interieurarchitect© KAREL DUERINCKX & SOPHIA VAN DEN HOEK

Eén kast van Vandewoude heeft makkelijk een paar maanden nodig om opgeleverd te worden. ‘Slechts een select publiek heeft daar oren naar’, weet Voorjans. ‘De meesten verwachten dat ze binnen het jaar een pand kunnen vinden, verbouwen en volledig inrichten. Zij stellen andere prioriteiten. Kijk, het is zoals in de mode. Haute couture is ook niet voor iedereen weggelegd.’

antoinevandewoude.com – @antoinevandewoude gertvoorjans.com – @voorjans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content