Gebrek aan inspiratie voor je woning of nood aan wat decodagdromen? Knack Weekend dook in de archieven en verzamelde een resem ideeën. Deze week: zeven tuinen die floreren in de stad.
Jurassic World
Sullivan Scott en Anna Mars wilden een uitzonderlijke tuin om de drukte van Londen te vergeten. Tuinwerk doen ze liever niet, vertrouwden ze toe aan Marc Verachtert. Tom Stuart-Smith, een international erkend tuinarchitect, ontwierp deze jungletuin voor hen. Een bijna negen meter brede en 18 meter diepe ‘Jurassic world’ met boomvarens in de hoofdrol. De tuin lijkt groter dan hij is dankzij trucjes in perspectiefwerking: het schuinlopende grindpad, de opeenvolging van buxusbollen, het opklimmen van trapjes en de horizontale afwerking van de tuinmuren.
Stadstuin van Eden
In een steengrijze omgeving in Borgerhout staat een woning met een exotische naam: House Eden. “We wilden met de tuin de grijsheid van de omgeving verstoppen”, verteld Thomas Pirenne van architectenbureau Friday Office aan Veerle Helsen. Een loopbrug leidt naar een reeks achtergebouwen die vandaag dienstdoen als atelier en stockageruimte. Op het dak – waar weelderige prairieplanten, zonnehoed en vedergrassen groeien – tekenden Friday Office en Leunckens, de tuineigenaar, een stadspatio, vanwaar de kinderen via een glijbaan recht de tuin in glijden.
Berglandschap
Deze tuin heeft veel weg van een berglandschap door het verschil in niveaus, het slingerende pad en het patchwork van kruiden, struiken en grassen, vond Magali Elali. Tuinarchitect Jan Minne liet zich inspireren door garrigue, een biotoop met een vegetatie die vooral bestaat uit grassen, lage planten en hittebestendige mediterraanse kruiden zoals rozemarijn, salie en tijm. De Provencaalse geuren krijg je er zo gratis bij.
Beetje Brazilië
Daar waar vroeger auto’s stonden, bloeit nu een opvallende verzameling van groene bomen, varens en planten zoals Albizia, Fargesia robusta en Fatsia japonica. Het is en creatie met een Braziliaans brutalistisch kantje van tuinarchitecten Bart & Pieter. Om dit te bereiken werd de betonnen vloer van de voormalige garage veertig centimeter diep uitgegraven en vervolgens weer opgespoten met daktuinsubstraat, vertelden ze aan Magali Elali Voor de stabiliteit werden er grindroosters op de bodem gelegd. Los van de wilde begroeiing telt de patio een wandelpad en een open ruimte waar tuinmeubilair staat.
Mag het iets Moors zijn?
Zaki en Ruth Elia wonen hier al veertig jaar. Ze vierden hun 25ste huwelijksverjaardag met de inrichting van dit oriëntaalse paradijs in de eigen achtertuin. Zaki Elia werkte als designer en tekende de tuin zelf uit. Voor de groene invulling vroeg het koppel raad aan de Engelse tuinarchitect Declan Buckley die zelf liefhebber is van exotische planten, tekende Marc Verachter op. De keizersboom of Anna Paulownaboom (Paulownia tomentosa) die blauwe bloemen krijgt voor de bladeren er zijn in de lente, snoeit Zaki elk jaar tegen de grond. Gevolg : explosieve groei. Op enkele maanden tijd groeit de plant drie meter hoog en krijgt ze bladeren groter dan een zonnehoed. Zwarte bamboe (Phyllostachys nigra) in een junglebosje bleek ideaal om een parking achter de tuin onzichtbaar weg te werken. Helaas is het een agressieve plant: via wortelstokken en dus nieuwe scheuten drukt ze esdoorns, palmen, varens en andere buren genadeloos weg. Bezint dus eerst vooraleer je ze plant.
Oase aan de vaart
In de Gentse Rabotwijk transformeerden ontwerpster Eva Janssens en haar man Ben Bruyneel een stoffige hangar tot een eigenwijze serreloft waar Amélie Rombauts ging binnenkijken. Een deel van de hangar werd een groene oase, gecreëerd volgens het plan van tuinontwerper Diego Van Esbroeck van Grondig. De houten balken zijn origineel, maar zwart geverfd en behandeld voor een Yakisugi-effect.
À la Parisienne
Het terrasje bij een van de logeerkamers van een luxeappartement in Parijs werd opgevat als een minituintje in Franse stijl. Inclusief een gipsen borstbeeld dat geïnspireerd is op het beeldhouwwerk La Danse op de gevel van de Opéra Garnier. Het idee kwam voort uit de geesten van de Franse interieurontwerpers Stéphan Bidoux en Julien Villeneuve, die Ian Phillips interviewde. Bidoux zweert bij een rigoureuze aanpak met veel oog voor detail, Villeneuve durft exuberanter uit de hoek te komen. En dan kom je tot zo’n resultaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier