In beeld: Architectuurbiënnale in Venetië

Centraal staat de ontwikkeling van een globale architectuurstijl vanaf 1914, of met de titel van de centrale tentoonstelling: “Absorbing Modernity 1914-2014”. Curator is de Nederlandse toparchitect Rem Koolhaas (70). Tijdens de laatste 100 jaar zijn de vele nationale stijlen geofferd op het altaar van de globalisering, meent Koolhaas.

België vertegenwoordigd door Wallonië

België wordt deze editie van het architectuurfestival vertegenwoordigd door Wallonië. Met het project “Interiors. Notes and figures” focussen de Waalse curatoren zich op het interieur. Op zijn website geeft het Vlaams Architectuurinstituut (VAI) toelichting: “het concept van het interieur is fundamenteel voor het architecturaal ontwerp. Maar er zijn weinig studies die het als een apart onderzoeksveld benaderen. Achter de permanente gevels worden allerlei transformaties en aanpassingen uitgevoerd. Vanuit dit perspectief biedt een studie van onze interieurs waardevolle informatie over de nieuwe uitdagingen in de architectuurpraktijk.”

Met hun studie registreren en analyseren Sébastien Martinez Barat, Bernard Dubois, Sarah Levy en Judith Wielander de resultaten van dit veranderingsproces. Op vijf maanden tijd namen ze duizenden foto’s van interieurs door heel België. “De studie poogt een woordenschat uit te denken en een houding te onhullen die ons toelaat een cultuur die specifiek is voor de transformaties te definiëren”, aldus nog het VAI.

“De nadruk in ‘Fundamentals’ zal liggen op het verleden – op de fundamentele elementen van de architectuur (de deur, de vloer, het plafond, enz.) die door iedere architect gebruikt worden, waar en in welke tijd dan ook en op de evolutie van nationale architectuurstijlen in de laatste honderd jaar”, aldus Koolhaas. “Door terug te blikken op het verleden, willen we een frisse kijk ontwikkelen op de rijkdom die de fundamentele architectuurgeschiedenis kent.”

1914 als startpunt

Koolhaas nam 1914 als startpunt. Sindsdien zijn de verschillende nationale stijlen steeds meer uitwisselbaar en mondiaal geworden. “Nationale identiteit is schijnbaar opgeofferd aan moderniteit”, aldus de Nederlander. Koolhaas werkte, samen met zijn bureau OMA, bijna vier jaar lang aan deze biënnale, of dubbel zo lang als zijn voorgangers.

De “starchitect” stelde een meer dan 2.000 pagina’s tellende catalogus samen over zijn “forensische analyse”, zoals The Guardian het noemt, van de laatste 100 jaar architectuurgeschiedenis. Met de door hem gecureerde biënnale wilde hij het werk van zijn baanbrekend werk, “Delirious New York” (1976) verderzetten. “Ik wou me veraf houden van het gebruikelijke format: het jongste werk van bekende architecten laten zien.”

Aan “Absorbing Modernity 1914-2014” doen 65 landen – waarvan 11 voor de eerste keer – mee. Die laten in hun paviljoenen het proces “zien waarin nationale karakteristieken plaats maakten voor het meer universele moderne”. Op die manier zal een globaal overzicht te zien zijn “van de evolutie van de architectuur naar een eenvormige, moderne esthetiek, én tegelijkertijd blootgeven hoe – te midden de globalisering – unieke nationale kenmerken en denkbeelden overleven en aanwakkeren”, aldus nog het VAI. Ook andere kunsten

Daarnaast loopt er tijdens de biënnale ook een door Koolhaas voorbereide tentoonstelling, “Elements of Architecture”, en “Monditalia”, een reeks conferenties en andere evenementen over Italië.

Voor de eerste keer zullen ook andere kunsten, zoals dans, film, theater en muziek, betrokken zijn bij de biënnale, nog altijd een van ’s werelds belangrijkste evenementen voor hedendaagse kunst. (Belga/MS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content