Het woord doofpot en doofpotoperatie staan in elke krant. Dagelijks zelfs. Maar niemand weet nog echt waar de doofpot vandaan komt. En toch stond er ooit in elk huis een doofpot, inderdaad om wat het daglicht niet hoeft te zien in te stoppen. Niet wat je denkt, niet bestemd voor geheimen, maar om er gloeiende as in te bewaren. ’s Avonds werd de rest van de gloeiende as uit het haardvuur in deze pot gedeponeerd. Het grote succes van de steenkoolkachels in de 19de eeuw, maakte dit voorwerp overbodig. Eerder waren er vuurklokken in gebruik die op het vuur werden gezet, om ook de gloeiende kolen niet volledig uit te laten doven. Want tot voor de komst van de veiligheidslucifer, een uitvinding uit 1844 van de Zweedse chemicus Gustav Erik Pasch, was het niet makkelijk om vuur te maken. Dus werd er zuinig mee omgesprongen. Deze Vlaamse doofpot is 19de eeuws. De waarde ligt rond de 250 à 300 euro. Het is een vrij zeldzaam stuk volksantiek.
