De relatie tussen designers en het bedrijfsleven is niet altijd even vanzelfsprekend. Ministry of Makers, het recent opgerichte designplatform, wil de brug vormen tussen deze twee werelden en promoot zo Gents en Oost-Vlaams creatief talent in binnen- en buitenland. Creatief directeur Saskia Westerduin legt ons uit hoe dat precies in z’n werk gaat.
Wat is het doel van jullie designplatform?
We hebben een economische doelstelling. We willen zoveel mogelijk ontwerpers, jong en minder jong, aan het werk zetten en hen in contact brengen met bedrijven zodat ze ook daar werk kunnen vinden. We helpen hen dus niet alleen zelf een zaak te op te richten, maar ook in onderaanneming te werken voor bedrijven. We doen dat door zo veel mogelijk matchmaking op te zetten, mensen in contact te brengen met elkaar, maar ook door hen inzicht te geven in bepaalde methodologieën om samen te werken. Daar zetten we acties voor op touw zodat bedrijven kunnen proeven van de ontwerpen en designers leren omgaan met het bedrijfsleven.
Designers worden al te vaak ingeroepen als een soort stilist in een al veel te ver gevorderd stadium. We zouden willen dat ze ook bij dingen zoals het beleid van bedrijven betrokken worden.
Voorts willen we ook het onderwijs meer ondernemingszin meegeven en Gent en Oost-Vlaanderen op de kaart zetten op gebied van design. Er gebeurt al heel veel in Oost-Vlaanderen. Er beweegt heel wat, maar het probleem is dat er veel versnippering is. Die kleinschalige projecten willen we absoluut niet overnemen, maar meer onder de aandacht brengen, meer laten samenwerken en groeien.
Wie willen jullie bereiken, wie is jullie doelpubliek?
Vooreerst zijn we gelinkt aan jonge creatievelingen, jonge designers. Maar het zou dom zijn om ons enkel te richten op die groep. We willen hen net in contact brengen met andere stakeholders zoals het stadsbestuur en bedrijven. Zij kunnen jonge designers erg goed gebruiken. Ook scholen zijn onze stakeholders. Zelfs de burgers, aangezien we willen dat het doemscenario dat design onbetaalbaar, onnodig en ongemakkelijk is, verdwijnt. Design is zoveel meer dan een stoel of een lampje. Het is ook een dienst die je zowel maatschappelijk als cultureel en economisch kan inzetten. Dit is voor alle partijen een meerwaarde.
Wat is jouw raad aan beginnende designers?
Ik ben zelf designer en heb lang in het onderwijs gestaan en geef nog altijd les. Ik weet dus wat de noden zijn zowel binnen als buiten het onderwijs. Na het afstuderen volgt er een zwarte periode waarin het heel moeilijk is. Daar kan iets aan gedaan worden.
Ik heb lesgegeven aan het KASK en daar heb ik al projecten opgestart om de ondernemingszin bij studenten aan te wakkeren door hen inzicht te geven in het landschap. Designers krijgen immers een opleiding in design, maar er wordt te weinig rekening gehouden met het moment waarop ze in het werkveld terecht komen. Dat is een soort val waar ze niet klaar voor zijn.
Mijn raad is dus om veel te netwerken en mensen te leren kennen binnen het veld. Ook moeten ze inzicht krijgen en desnoods een cursus volgen om dat inzicht bij te schaven. Volg een boekhoudcursus of documenteer goed wat er in het landschap leeft, zoals organisaties en eventueel subsidies, maar liever niet, want dat is een uitdovend kanaal. Ze moeten vooral zoeken naar mensen die compatibel zijn zodat ze niet alleen op hun kleine eilandje blijven, maar zich in een groep begeven.
Door het matchmaken willen we tonen dat ze niet alleen zijn met hun problemen en dat ze in contact kunnen komen met mensen waar ze goed mee kunnen samenwerken. Ga de boer op is mijn boodschap. (LP)
