Staf Henderickx

‘Wie creëerde de valse tegenstelling tussen milieu en landbouw?’

Staf Henderickx Huisarts en auteur 'Van Mammoet tot Big Mac' en 'Zit seks tussen de oren'

Het lijkt vandaag soms alsof milieu en landbouw lijnrecht tegenover elkaar staan, maar dat klopt niet, zegt Staf Henderickx. ‘Een gezond milieu en een gezonde landbouw hebben dezelfde moeder.’

Kan de landbouw duurzaam zijn? In feite niet, want hij vervangt de oorspronkelijke duurzame biotoop door een landbouwbiotoop. De vraag is dus eerder: kunnen we ervoor zorgen dat deze menselijke activiteit leidt tot een zo duurzaam mogelijke, nieuwe biotoop? Het antwoord is ja, maar het gebeurt nog te weinig.

Vandaag zijn de meeste landbouwsystemen niet duurzaam. De huidige industriële landbouw of agro-industrie is op lange termijn niet leefbaar en richt blijvende schade aan op vlak van het milieu. De toenemende tegenstelling tussen milieu en landbouw vindt zijn oorsprong in deze industriële tak.

Wie creëerde de valse tegenstelling tussen milieu en landbouw?

Door de extreme mechanisering en het gebruik van enorme hoeveelheden petrochemische producten is de industriële landbouw een van de grootste verbruikers van olie en gas, stelt professor Albert Barlett van de universiteit van Colorado en van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Ze gebruiken zoveel dat er meer energie kruipt in deze manier van voedsel produceren dan de energetische voedselwaarde die eruit wordt gehaald. Op wereldvlak gaat bovendien 70 procent van de waterconsumptie naar de landbouw, lezen we in een rapport van de American Water Works. Om een kilo beefsteak te produceren zijn er 90 badkuipen water nodig. De industriële landbouw verslindt als een onverzadigbaar monster de dalende water- en oliereserves.

Ook in de opwarming van de aarde is de industriële landbouw een van de grote boosdoeners. De huidige manier van voedsel produceren is verantwoordelijk voor een vierde van de CO²-uitstoot. Alleen al de industriële veeteelt stoot 14,5 procent van de broeikasgassen uit, meer dan de uitstoot van alle wagens, treinen en vliegtuigen samen. En dat terwijl de opwarming van de aarde voor de landbouw zelf tot catastrofale gevolgen leidt.

‘De agro-industrie zaagt gestaag de tak af waarop de landbouw zit’

Bovendien, zo onderzocht Oxfam, worden gigantische hoeveelheden voedsel verwerkt tot veevoeder: 16 procent van alle tarwe, 68 procent van alle maïs en 77 procent van alle soja. Voedsel dat miljarden mensen zou kunnen voeden.

De agro-industrie kan alleen rendabel blijven door de gigantische roofbouw op het milieu. De rekening van de natuurvernietiging en -vervuiling wordt doorgeschoven naar de volgende generaties. De agro-industrie zaagt gestaag de tak af waarop de landbouw zit. Deze manier van voedsel produceren kan alleen winst blijven maken door de twee bronnen van alle rijkdom uit te buiten: de natuur en de arbeider, de grond en de boer.

Het is deze grootschalige en door Europa gepromote en gesubsidieerde agro-industrie die de kleinere bedrijven wurgt. In 30 jaar tijd is het aantal landbouwbedrijven in België met 63 procent gedaald, zo lezen we in het rapport ‘Kerncijfers landbouw’ van 2017. Elke week geeft een veertigtal familieboerderijen er de brui aan. Vandaag verdient nog slechts 2 procent van de beroepsbevolking zijn boterham in de landbouw.

Back is the future?

Moeten we terug naar het type van kleinschalige, gemengde boerderij zoals die eeuwen in Europa bestond? Helemaal niet. De nieuwe technologieën in de landbouw en in de voedingsindustrie bieden fantastische perspectieven om alle mensen op deze planeet van gezonde voeding te voorzien. Mijn grootouders waren boeren. Zij hadden acht melkkoeien die tweemaal per dag met de hand werden gemolken. Nu worden in boerderijen honderden melkkoeien volautomatisch door robots gemolken. De splinternieuwe melkfabriek van Aylesbury in Engeland kan jaarlijks één miljard liter melk van 900 boerderijen verwerken. Dat is fantastisch!

We moeten echter wel richting een duurzame landbouw evolueren. Dat soort systemen maakt uitsluitend gebruik van wat het ecosysteem aanlevert: het water, de grond en de werkkrachten. Zij steunen op bemesting, compostering, gewassenrotatie en recyclage van groene grondstof zoal klaver, wikke en stoppels.

‘Een beleid dat milieu en landbouw wil verzoenen, moet inzetten op de ontwikkeling van duurzame en biologische landbouw in samenwerking met de boeren en dat beleid wetenschappelijk en financieel ondersteunen’

In het kader van de Verenigde Naties stelden vierhonderd wetenschappers uit vijftig landen in 2008 samen het IAASTD-rapport op, dat openlijk pleit voor agro-ecologie en boerenlandbouw als de beste investering in voedselveiligheid op lange termijn. Het rapport stelde dat alleen het inzetten op gediversifieerde en kleinschalige landbouw een oplossing kan bieden voor klimaat- en biodiversiteitscrisis.

Succesvol en ecologisch boeren sluit het gebruik van hoogtechnologische middelen niet uit, wel integendeel. Grondanalyse, keuze van de aangepaste gewassen, biomonitoring van allerlei parameters en analyse van het microbioom zijn maar enkele voorbeelden van hoe hightech de duurzaamheid van de landbouw kan ondersteunen. Ook het Vlaams Instituut voor Biotechnologie levert prachtig werk op dat vlak.

Het jaarrapport van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties ‘Innovatie in familieboerderijen’ van 2014 bevat een resem voorstellen om de productiviteit van die boerderijen op te drijven. Het rapport vertrekt van een ecologische benadering en promoot natuurlijke hulpmiddelen om de groei van gewassen te verbeteren zoals organische bemesting, waterregulatie, bestuiving en biocontrole van ziektes en insectenplagen. Maar koken kost geld. Een beleid dat milieu en landbouw wil verzoenen, moet inzetten op de ontwikkeling van duurzame en biologische landbouw in samenwerking met de boeren en dat beleid wetenschappelijk en financieel ondersteunen.

Schauvliege ziet ze vliegen

Er bestaat een rechtstreeks verband tussen de ontbossing door grootschalige industriële landbouw en de daling van de biodiversiteit en de bijenpopulaties. Het bestand van akker- en weidevogels zoals de patrijs, leeuwerik en kievit is de laatste decennia in vrije val.

Als kind groeide ik op in de jaren 50 midden de velden en de bossen van de Netevallei. Ik herinner me de weiden met prachtige bloemen vol vlinders, sprinkhanen en kikkers. Het landschap was een lappendeken van akkers en grasland omzoomd door eikenbomen, hagen en heggen vol kwetterende mussen, gezigzagd door beekjes met salamanders, stekelbaarsjes en snoeken. Toen ik midden jaren 1990 terugkeerde was die prachtige biotoop herschapen in een maïsvlakte. Tabula Rasa.

‘Het beleid staat haaks op milieubescherming, laat staan op verbetering. Het drijft de meeste landbouwers in de handen van de agro-industrie en zijn winstlogica’

Europa voelde de bui hangen en richtte de European Agro-forestry Federation (EURAF) op, die de bebossing rond boerderijen, akkers en weiden promoot. Vlaanderen ontving daarvoor een jaarlijkse subsidie van 240 miljoen euro. Onze vorige minister van Landbouw Joke Schauvliege verdedigde dat ook groenbedekkers zoals velden van koolzaad een ecologische maatregel waren. Tegen alle wetenschappelijke adviezen in aanvaardde de Europese Commissie deze nepoplossing, die de terugval van de biodiversiteit geenszins zal stoppen.

Het beleid blijft halsstarrig vasthouden en inzetten op schaalvergroting en export gerichte landbouwproductie. Dergelijk beleid staat haaks op milieubescherming, laat staan op verbetering. Het drijft de meeste landbouwers in de handen van de agro-industrie en zijn winstlogica. Wie als minister een dergelijk beleid consequent verdedigt, ziet de beweging van natuurbeschermers en klimaatbetogers logisch als één complot tegen haar landbouwmodel.

En dat terwijl landbouw en milieu, boeren en natuur, producenten en consumenten au fond dezelfde belangen hebben: de productie en consumptie van gezonde voeding met respect voor duurzaamheid. Het huwelijk tussen de natuur en de mens vormt de bron van alle rijkdom, maar die is niet onuitputtelijk. Dat hebben de protesterende jongeren goed begrepen.

Dr. Staf Henderickx, auteur van het boek ‘Van mammoet tot big mac’, een geschiedenis van onze voeding.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content