Voor de liefhebbers: ‘Bordeaux en rose’
Bordeauxwijnen komen in alle smaken en kleuren. Ook in sprankelend rosé.
Zoals de meeste bordeauxwijnen zijn ook de roséwijnen een unieke mix van verschillende druivensoorten. Dit vertaalt zich in soepele, aromatische wijnen dankzij de Merlot en intens geurende en frisse wijnen dankzij de Cabernet. Een rosé uit de Bordeaux is perfect in balans: fris, levendig en intens.
Een lichte en delicate roséwijn komt het best tot zijn recht wanneer hij nog jong is. Hij past ook perfect in tal van situaties. Het is een wijn die spontaan gedronken kan worden wanneer u maar wilt, bij het aperitief of de maaltijd. Zo past hij mooi bij gemengde slaatjes of gekruide gerechten als een zwaardvis of rundscarpaccio, pizza, parmaham met meloen. Zelfs bij bepaalde kazen geeft een rosé een verfrissende touch.
Rosé uit de Bordeaux
Een roséwijn is geen samenraapsel van rode en witte wijn. Roséwijn is afkomstig van most van druiven met een donkere pel en wit sap, op een specifieke manier in wijn omgezet. In Bordeaux wordt er gewerkt met twee wijnbereidingen voor rosé: de roséwijn uit directe persing, met eenzelfde vinificatie als de witte wijnen, en de rosés de saignée, met, net als bij de productie van rode wijn, een korte inweking in de vaten.
Bordeaux mag dan al bekend staan om zijn rode wijn, sinds 1990 is de productie van rosé gestaag toegenomen. In 1990 leverde de streek 61.000 hectoliter aan rosé af, in 2011 al 250.000 hectoliter. Een vervijfvoudiging in twintig jaar. Omgerekend in flessen staan al die hectoliters voor 28 miljoen flessen wereldwijd.
Muriel Lefevre / Ingrid Moriau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier