Voedselproductie put in veel delen van de wereld waterbronnen sneller uit dan de natuur ze weer kan aanvullen. Voor de irrigatie van gewassen zoals rijst, graan en katoen is veel grondwater nodig.
Uit onderzoek van University College London in het tijdschrift Nature blijkt het grondwaterverbruik in China tussen 2000 en 2010 verdubbeld is. Excessieve onttrekking van grondwater voor irrigatie leidt tot snelle uitputting van de voorraden in belangrijke voedselproducerende regio’s in bijvoorbeeld India, China en de Verenigde Staten, zeggen de auteurs.
Volgens hen is dat niet alleen een regionaal probleem, maar via de internationale handel een wereldwijd probleem. Een groot deel van de wereldbevolking woont in landen die bijna al hun dagelijkse voedsel importeren uit landen waar grondwaterbronnen uitgeput worden om de gewassen te verbouwen.
Voedseltekorten
De Verenigde Staten, Mexico, Iran, Saoedi-Arabië en China staan in de top-10 van landen die op niet-duurzame manier water in de landbouw gebruiken. Ze importeren daarnaast veel voedsel dat verbouwd wordt met water uit bronnen die steeds verder uitgeput raken. De onttrekkingsgraad van het grondwater ligt soms twintig tot vijftig keer hoger dan vereist is voor duurzaam grondwatergebruik.
“Exportlanden zoals de VS, Pakistan, Italië en Mexico verdienen aan de handel, maar die is op de lange termijn niet houdbaar als gevolg van het niet-duurzame gebruik van grondwater”, staat in het rapport. “Importeurs sparen binnenlands grondwater uit, maar zij kunnen kwetsbaar worden voor voedseltekorten.”
De gewassen die wereldwijd het meeste grondwater verbruiken, zijn graan, rijst, suikergewassen, katoen en maïs.
(IPS)
