Terugblik op 2018: ‘Een deelname aan Bocuse d’Or vraagt ontzettend veel engagement’

© GF

11 en 12 juni: in Turijn koken 20 landenteams in de Europese finale van de tweejaarlijkse Bocuse d’Or, de meest prestigieuze culinaire wedstrijd ter wereld. België eindigt zesde en mag in januari 2019 naar Lyon voor de internationale finale.

Coach Jo Nelissen (45) stond aan de zijlijn van de keukenbox waar chef Lode De Roover en commis Piet Vande Casteele het beste van zichzelf gaven.

‘Een zaalvoetbaltornooi, daar heeft het iets van. Een grote zaal, tien keukenboxen en tribunes vol luidruchtige supporters. Bij de Belgische fans was er een groep van tien drummers, de IJslanders deden regelmatig hun ondertussen bekende handenklaproutine, dat geeft veel sfeer. Overal waar je kijkt, zie je driesterrenchefs lopen en in die kolkende atmosfeer heeft elk team exact 5 uur en 35 minuten om een voorgerecht en een hoofdgerecht voor veertien personen te koken, mét een aantal opgelegde ingrediënten. Bij het voorgerecht waren dat Castelmagno, de Piemontese kaas, en eieren, bij het plateau een lokale runder- en rijstsoort en kalfszwezeriken. Daaromheen hebben we in de voorbereiding recepten opgebouwd.

We hadden een voorgevoel dat we in de top tien zouden eindigen.

Een deelname aan deze wedstrijd vraagt ontzettend veel engagement. Lode en Piet hebben zes maanden getraind in een exacte kopie van de Turijnse keuken. De laatste drie maanden zelfs elke dag, boven op hun fulltimejob. We hebben de twee gerechten twintig keer tegen de klok geoefend, mét luide muziek zodat de chefs leren zich te concentreren in een hectische omgeving. Bij sommige trainingssessies had ik twintig keukenwekkers voor mij staan, want alles wordt tot op de minuut getimed. Op buikgevoel koken is er niet bij, de precisie vraagt een gebetenheid die aan obsessie grenst.

In Turijn krijg je een hele dag voor de mise-en-place. Op de wedstrijddag begint er vanaf halftien ’s morgens om de tien minuten een team te koken, zodat de jury in de namiddag om de tien minuten een gerecht kan proeven. Ik sta tijdens de wedstrijd naast de box en geef aanwijzingen. Ik zie dingen die zij niet zien, zorg dat er niets overkookt en volg minutieus de lijsten die we gemaakt hebben. Ik ben een beetje zoals een stuurman op een roeiboot. Je hebt drie minuten speling op die 5u35, en wij hebben ons gerecht 2 minuten en 45 seconden ’te laat’ geserveerd. Na zes maanden oefenen hadden we dus maar 15 seconden overschot.

Je krijgt niet alleen punten op wat je maakt, er is ook een jury die je beoordeelt op organisatie en netheid in je keukenbox. Eerlijk gezegd heb je tijdens de wedstrijd geen idee hoe je scoort: alle kandidaten koken op topniveau en de verschillen zijn miniem. We hadden een voorgevoel dat we in de top tien zouden eindigen en waren heel blij met onze zesde plaats. Dat betekent dat we in januari naar Lyon mogen. Dat is eigenlijk nog leuker, want doordat we dan al in de finale zitten, is de druk minder hoog. We ambiëren een podiumplaats, ja. Niet voor de 25.000 euro, want dat prijzengeld dekt zelfs niet de investering die je als land doet voor je deelname. Winnen, dat wil je puur voor de eer.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content