Voor houtvuur gebakken patrijzen met een paddestoelenfricassee

  • Moeilijkheid

Voor 6 personen:

6 patrijzen (liefst wilde, kies anders voor een andere soort klein veerwild)

2 kg bospaddestoelen van het seizoen (boleten, cantharellen, hoorn des overvloeds, oesterzwammen, eikenzwammen…)

100 g in kleine blokjes gesneden spek

2 sjalotjes

2 teentjes knoflook

peper en zout

100 g kippenlevertjes (in stukjes gesneden en ontdaan van zeentjes en adertjes)

50 g krenten (geweekt in een siroop van half suiker en half water)

2 el gehakte salie

2 el gehakte kervel

Thuis: steek de patrijzen op rookspiesjes en bescherm de pootjes met een stukje aluminiumfolie. Verpak alle ingrediënten in kleine potjes.

Buiten: kruid de patrijzen met peper en zout en hang ze aan de zijkant van de brandende vuurkorf. Draai ze af en toe om, na ongeveer 30 minuten zullen ze dan mooi gebakken zijn. Reinig en borstel de paddestoelen. Zet de ‘Dutch Oven’ op het vuur en doe er de spekblokjes in. Laat die krokant uitbakken en voeg er dan de fijngehakte sjalotjes, de geperste teentjes knoflook en de in stukjes gesneden levertjes bij. Laat dit alles ongeveer 4 minuten bakken en voeg er dan de paddestoelen en de krenten bij. Kruid met peper en zout. Als de paddestoelen hun vocht hebben afgegeven, mogen ook de salie en de kervel in de pan. Serveer de paddestoelen op een bord, de patrijzen mogen er ook bij maar waarschijnlijk zal het gezelschap ze uit ’t vuistje willen opeten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content