Nodig voor vier :
12 grenaille-aardappeltjes
1 krulsalade
8 kervelplukseltjes
100 g vers gepelde garnalen
50 g kaviaar
1 plak verse ganzenlever (1 cm dik)
peterselie
een weinig grof zout
1 tomaat
Dressing :
2/3 olijfolie
1/3 citroensap
1 koffielepeltje
gehakte sjalot
peper
zout
Sausjes :
A) 4 soeplepels geconcentreerde kalfsbouillon
1 soeplepel
vintage port
1 klontje boter
peper
zout
B) 4 soeplepels room
1 koffielepel mosterd van Dijon
1 stuk verse mierikswortel
1 soeplepel gehakte peterselie
peper
zout
C) 4 klontjes boter
1 tomaat
peper
zout
De grenaille-aardappeltjes goed wassen en gaar koken in licht gezouten water. De schil verwijderen. De aardappeltjes uithollen en de hoedjes als deksel bewaren.
De sausjes bereiden. De kalfsbouillon met port inkoken en van het vuur opkloppen met boter. Kruiden met peper en zout. De room met mosterd, geraspte mierikswortel, peper en zout zacht opkloppen tot een smeuïg geheel. Twee soeplepels water met peper en zout aan de kook brengen en met boter opkloppen tot een homogene massa.
De salade wassen, grof snijden, met de dressing mengen en in vier hoopjes in het midden van de borden verdelen. Versieren met kervel. De aardappeltjes rond de salade schikken. Op elk bord krijgt één aardappeltje een lepel mierikswortelsaus in de holte met een koffielepel kaviaar erbovenop. Afdekken met het hoedje en bestrooien met gehakte peterselie. Het tweede aardappeltje krijgt een lepel portsaus en blokjes ganzenlever. Bestrooien met een weinig grof zout. Het derde aardappeltje wordt gevuld met een lepel botersaus en garnalen en wordt versierd met reepjes vlees van tomaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier