Taartje van jong, tam konijn en Mechelse koekoek met morieljes en portsaus

Voor 4:

Voor 4:

2 borsten van Mechelse koekoek

4 konijnenruggen

4 konijnenniertjes

1 wit van ei

2 el room

groen van 1 prei

1 vel brickdeeg

2 dl portsaus (basisrecepten)

24 morieljes

5 cl room

4 dunne wortelslierten

2 preislierten, geblancheerd, elk in 4 reepjes gesneden

25 g boter

peper en zout

4 dresseerringen van 6,5 cm diameter, 3 cm hoog

Ontbeen de konijnenruggen. Snij er 12 mooie stukjes van. Hak de rest van het vlees fijn in de keukenmachine. Meng er het eiwit en de room door. Breng op smaak met peper en zout.

Vul de dresseerringen afwisselend met een stukje konijn, een beetje farce, stukje kip, farce en eindig met konijn.

Snij het vel brickdeeg in vieren. Leg een beetje farce en een niertje op iedere driehoek en maak er een beursje van. Bind het dicht met een sliertje geblancheerde prei.

Verwijder de dresseerringen en leg het vlees in een beboterde ovenschotel. Zet ongeveer 12 minuten in een voorverwarmde oven op 230°C. Bind daarna een sliertje wortel om het vlees en maak het vast met een preisliertje.

Frituur de beursjes goudbruin in olie op 180°C. Laat ze even uitlekken op keukenpapier.

Verwarm de grondig schoongemaakte morieljes in een beetje room.

Afwerking: schik het vlees in het midden van voorverwarmde borden. Schik er de morieljes rond en lepel er wat portsaus over. Leg het beursje op de rand van het bord.