Sint-Honoré taart

Nodig voor een taart :

Nodig voor een taart :

Kruimeldeeg :

150 g gezeefde bloem

75 g koude boter

een klein mespuntje zout

2 soeplepels ijskoud water

Soezendeeg:

12 cl water

60 g boter

75 g bloem

een mespuntje zout

twee eieren

Pasteibakkersroom (3/4 l):

180 g poedersuiker

7 à 8 eieren

60 g gezeefde bloem

een mespuntje zout

een vanillestok

3/4 l melk

100 g poedersuiker

Bereid het kruimeldeeg. Snijd de boter in kleine blokjes. Haal het mes eerst door de bloem, zodat de boter er niet aan kleeft. Om de boter snel in de bloem te verkruimelen, kan men een mixer met kloppers gebruiken (zo’n 5 min. kloppen). De grote brokken die overblijven snel tussen de vingers fijnknijpen. Met een mes het water door het deeg mengen. Zorg dat al het water is opgenomen en er geen bloem achterblijft. Snel alles tot een bol rollen (niet kneden), in plasticfolie rollen en een half uur in de koelkast laten rusten.

Het soezendeeg bereiden. De boter in het water laten smelten en snel aan de kook brengen. Van het vuur halen en de bloem en het zout in een keer toevoegen. Stevig mengen met een houten lepel tot een homogene massa. Even laten afkoelen alvorens deeieren één na één door het deeg te roeren.

Rol het kruimeldeeg tot ca. 5 mm dikte en snijd hieruit een cirkel van 20 cm diameter. Leg de cirkel op een met bakpapier beklede bakplaat. Spuit met een spuitzak op de rand van de cirkel een boord van soezendeeg. De boord instrijken met een mengsel van eierdooier en melk. Spuit een 12-tal noppen soezendeeg op de bakplaat. Snijd het deeg telkens van de spuitzak af met een nat mes. De noppen ook instrijken met eierdooier en melk. Alles 20 tot 25 minuten bakken in een hete oven bij 200 C.

Bereid de banketbakkersroom. Breng de melk met de vanillestok aan de kook. Meng de eierdooiers met de suiker tot een wit uitslaande ruban. Zout en bloem toevoegen en mengen. De warme melk langzaam door het mengsel roeren. De crème terug in de pan gieten en onder voortdurend roeren aan de kook brengen en 2 à 3 minuten laten doorkoken. Met een derde van de banketbakkersroom vult men de soezen op. De rest vermengt men met de tot sneeuw geklopte eiwitten : deze Saint-Honoré-room stijft bij het afkoelen. Maak een karamel door de poedersuiker in een pannetje te smelten. Kleef de gevulde soesjes met karamel op de rand van de taartbodem. Overgiet de soesjes met de rest van de karamel of wikkel er karameldraden rond. Vul de centrale holte van de taart met Saint-Honoré-room en zet de taart op een koele plaats. Hoe verser men het gebak eet, hoe smakelijker.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content