Voor 4:
24 scampi’s
olijfolie
een teen knoflook
een sjalot
2 wortels
1 tomaat
parmaham (restjes)
1/2 l droge, witte wijn van goede kwaliteit
laurier, een kruidnagel
enkele eetlepels room
75 g koude boter
En verder:
120 g parmaham, in plakjes gesneden
16 bieslookstengels
Marinade:
4 el olijfolie
4 el Noilly Prat
1 koffielepel barbecuekruiden
een snuif currypoeder
De scampi’s uit hun pantsers halen. Het darmkanaal met een puntmes uit de rug peuteren. De staarten mengen met de ingrediënten voor de marinade en laten rusten. De pantsers grof hakken en stoven in een pan met een scheut olijfolie. De kleingesneden wortels, de versneden tomaat, de versnipperde sjalot en look, de in repen gesneden parmaham, het laurierblad en de witte wijn toevoegen. Alles aan de kook brengen en een half uur laten pruttelen. Halverwege de kooktijd de kruidnagel toevoegen. Alles door een zeef gieten en de pantsers met een stamper uitpersen. Het kookvocht terug in de pan doen, enkele lepels in de pan gieten, aan de kook brengen en de saus op het laatste moment van het vuur af opkloppen met klontjes koude boter. De scampi’s half droog deppen en op de barbecue in een aluminium schaal met gaten juist gaar grillen. Bieslooksprieten, parmaham en scampi’s over de borden verdelen. De saus over de scampi’s gieten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier