Rauwe en gekookte appelschijfjes, julienne van gekonfijte zest

Voor 4:

Voor 4:

4 appelen Pink Lady

1 onbehandelde citroen

1 onbehandelde sinaasappel

8 verse walnoten

150 g poedersuiker

60 g boter

1 el olie

3 dl water

Schil de citroen en de sinaasappel met een dunschiller en snij de schilletjes (zeste) in fijne reepjes (julienne). Blancheer de zeste 1 minuut in kokend water, koel af onder de koude waterstraal en laat uitlekken.

Pers de sinaasappel. Zeef het sap en giet het in een kookpan, voeg er de suiker en het water bij. Breng aan de kook, laat 2 à 3 minuten zachtjes koken en voeg er de zeste bij. Laat zachtjes koken tot de zeste doorschijnend wordt en de vloeistof stroopachtig.

Was de appelen, snij ze in de hoogte in twee. Verwijder de harde vezels. Leg de halve appelen plat op een plank en snij ze in schijfjes van 1 cm dik, maar zo dat ze hun vorm behouden. Besprenkel ze met citroensap.

Pel de noten en breek ze in stukjes. Verwarm de boter en de olie in een grote pan met antikleeflaag. Verwijder uit elke halve appel één schijf op twee. Leg ze in de pan en bestrooi met een beetje suiker. Draai ze met behulp van een spatel om, zodat de andere zijde ook goudbruin kan bakken.

Schik de appelen op bordjes, afwisselend een schijfje rauwe appel en een schijfje gebakken appel. Versier met de gekonfijte zeste, de stroop en de stukjes noot.

Voorbereiding: 20 minuten

Kooktijd: 25 minuten

Gemakkelijk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content