Voor 4:
Voor de garganelli:
200 g witte bloem (dubbel 0)
2 eieren
Voor de ragù:
60 g kalfsvlees
60 g rundvlees
60 g varkensvlees
20 g witte ui
20 g wortel
20 g bleekselderij
1 dl droge witte wijn
400 g rijpe tomaten
1 laurierblad
20 g extra vergine olijfolie
20 g ongezouten boter
peper, zout
Afwerking:
30 g grana padano
Garganelli: kneed een stevig deeg met de bloem en de eieren. Laat even rusten. Draai het deeg in een pastamachine uit tot dunne stroken pasta. Snij daaruit met een pastarollertje vierkantjes van 3 x 3 cm en rol, eventueel met behulp van een ‘garganelliplankje’, puntige garganellibuisjes, die u dan laat drogen.
Ragù: pel de tomaten, verwijder de zaadjes en versnij in grote blokjes. Haal de 3 vleessoorten door de gehaktmolen (midden/fijn). Versnipper de groenten heel fijn en laat zweten in olijfolie en boter met een laurierblad. Voeg al het vlees toe en laat langzaam bruinen. Gebruik een vork om het vlees ‘korrelig’ te maken. Bevochtig met witte wijn en laat deze verdampen. Voeg dan de tomaatblokjes toe, samen met wat water, peper en zout. Laat een uurtje zacht koken tot de ragù goed ingedikt is.
Kook de garganelli al dente in ruim, lichtgezouten water. Giet af, vang op in een vergiet en voeg snel bij de ragù. Laat ze nog even ‘meetrekken’.
Dresseer de garganelli in het midden van het bord en bestrooi met versgeraspte grana padano.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier