Voor 10 Ã 12:
1 konijn, in stukken
2 uien
1 prei
1 wortel
1 stengel selder
2 laurierblaadjes
20 g gelatineblaadjes per liter bouillon
zout
Zet de stukken konijn op met koud water en breng aan de kook. Voeg er zout aan toe en schuim regelmatig af. Doe er de laurierblaadjes en de schoongemaakte en fijngesneden soepgroenten bij. Laat nog ongeveer 1 Â1/2 uur zachtjes verder koken.
Laat de stukken konijn in de bouillon afkoelen.
Haal het vlees zorgvuldig van de botten en doe het in een terrine.
Zeef de bouillon en schep er het vet af. Breng opnieuw aan de kook. Kruid bij naar smaak.
Meet de bouillon af en laat de geweekte gelatineblaadjes oplossen in de bouillon. Overgiet het konijnenvlees in de terrine met de bouillongelei en laat 24 uur opstijven in de koelkast.
Afwerking: snij de terrine in plakken. Serveer 1 plak per persoon en garneer met wat tuinkers en een klassieke tartaarsaus of met gekonfijte ui.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier