Nodig voor vier:
Brokkeldeeg:
250 g bloem
125 g boter
1 ei
125 g suiker
een snuifje vanillepoeder.
Chocolademousse:
2 eieren
100 g griessuiker
100 g blokchocolade
2 gelatineblaadjes
3,5 dl room.
En verder:
4 peren, gekookt in suikersiroop (of peren uit blik)
Het brokkeldeeg bereiden. Zeef de bloem. Maak de boter zacht. Kneed de boter snel door de bloem en stort het mengsel in een bergje op het werkvlak. Voeg een ei, de suiker en een snuif vanillepoeder toe en kneed alle ingrediënten snel tot een samenhangend geheel. Vorm er een bal van en zet het deeg een uur in de koelkast. Rol het deeg uit. Een taartvorm met een diameter van 24 cm insmeren met vet en de binnenkant bekleden met deeg. Druk het deeg aan en prik met een vork gaatjes in de bodem. De randen bijsnijden. Leg een blad aluminiumfolie of boterpapier op de bodem en vul met gedroogde bonen. Bak de taartbodem 15 à 20 minuten op 200° C. Na ongeveer de helft van de tijd de bonen en het papier of de folie verwijderen. De taart uit de vorm halen en afkoelen.
De chocolademousse bereiden. Week de gelatine in koud water. Klop de eieren en de suiker tot een wit uitslaande ruban. Breek de chocolade in stukjes en smelt die in een kommetje in een warmwaterbad. Voeg de gesmolten chocolade al roerend bij de ruban. Haal de gelatine uit het water en los ze op in een bodempje heet water. Meng ze onder het chocolademengsel. Klop de room stijf. Meng de room met de chocolade. Bestrijk de taartbodem met de mousse en zet de taart minstens een half uur in de koelkast. Pocheer de geschilde peren in suikersiroop. Snijd de vruchten in schijfjes en schik ze waaiervormig over de mousse. De bovenkant van de taart eventueel instrijken met losgeklopt ei of warme vruchtengelei.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier