Nodig voor vier :
2 middelgrote peren
1/4 l witte wijn
2 eetlepels suiker
1 gekliefd vanillestokje
een scheut citroensap
250 g bladerdeeg
een eierdooier voor het bestrijken
poedersuiker
40 g Roquefortkaas
15 g verkruimeld wit brood
20 pistachenoten
150 g verse volle roomkaas
citroensap
0,8 dl room
Schil de gehalveerde peren. Ontdoe ze van hun klokhuis en hol ze voor twee derden uit. Bestrijk de peren met citroensap, zodat ze niet bruin worden. Witte wijn met suiker en het vanillestokje aan de kook brengen. De peren een 6-tal minuten pocheren, laten uitlekken en drogen met keukenpapier. De helft van de pistachenoten grof hakken. Verkruimel de roquefortkaas en meng met het verkruimeld brood en de grof gehakte pistachenoten. Knip uit dun karton een peervorm iets groter dan de peren. Rol het bladerdeeg uit op een met bloem bestrooid werkvlak tot een lap van 3 mm dik. Snijd nu met de peersjabloon 4 vormen uit. Leg de bladerdeegvormen op een plaat met bakpapier en bestrijk ze met de losgeklopte eierdooier. Vul de peerholten met kaascrème. Druk goed aan en leg de peren met de vulling naar onderen op het bladerdeeg. Zet ze een 12-tal minuten in een voorverwarmde oven van 180° C. Meng de roomkaas, room en een scheutje citroen. Voeg een eetlepel bloemsuiker toe. Verdeel de saus over de borden. Leg voorzichtig de gebakken peren op de borden. Versier de saus met de overgebleven, gehakte pistachenoten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier