Voor 4:
4 stukken kabeljauw met vel (150 g elk)
olijfolie om te bakken
100 g versgemalen parmezaan
1 el bloem
peper en zout
120 g uitgesneden, dunne ruitjes van wortel, prei en selder
24 kl tomatenmarmelade (basisrecepten)
1 el fijne sjalotsnippers
Voor de lauwwarme dressing
1 dl olijfolie
balsamicoazijn
peper en zout
cayennepeper
Maak eerst de parmezaankoekjes. Vermeng hiervoor de gemalen kaas met de bloem. Doe in een licht ingevette anti-aanbakpan telkens 1 eetlepel van het mengsel. Druk het plat tot een rond koekje. Laat zachtjes smelten en draai om als de onderkant goudgeel is. Neem het koekje met een spatel uit de pan en leg het om een ronde vorm (bv. bezemsteel) heen om af te koelen en vorm te krijgen.
Stoom de groenteruitjes klaar en vermeng ze met een beetje olijfolie, peper en zout.
Dep de visfilets droog. Dep ze met de velkant even in de bloem en schud de overtollige bloem af. Verhit wat olie in een anti-aanbakpan en bak er de vis, op de velkant in aan. Zet de pan 7 minuten in een voorverwarmde oven van 200°C.
Warm voor de dressing de olijfolie lichtjes op met gesnipperde sjalot. Breng op smaak met peper, zout en cayennepeper.
Afwerking: verdeel de groenten over het midden van voorverwarmde borden.
Leg er de vis bovenop en bestrooi met grof zout. Leg er een parmezaankoekje op, Lepel er wat van de dressing rond en schep er zes koffielepels tomatenmarmelade tussen.
Druppel er eventueel nog wat balsamicoazijn over.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier