Voor 4:
50 g boter
4 tongen van 300 g
1 dl droge witte wijn
1 dl kookvocht van mosselen
1 volle eetlepels peperkorrels
tijm
laurier
1 dl crème fraîche
150 g gepelde garnalen
40 à 50 grote mosselen
peper en zout
Verwarm de oven voor op 170°. Beboter een ovenschaal, groot genoeg voor 4 tongen. Leg ze erin en schenk er de witte wijn bij na deze eerst te hebben aangelengd met het vochtsap van de mosselen. Zorg dat de vis net bedekt is.
Voeg de peperkorrels, 1 takje tijm en 1 blaadje laurier toe. Bedek met een vel bakpapier, lichtjes ingestreken met boter. Zet 15 à 20 min. in de oven, afhankelijk van de grootte van de vissen. De tongen zijn gaar als u de middelste graat makkelijk kunt losmaken met een mespunt. Haal de tongen uit het kookvocht en hou ze warm.
Zeef het vocht, schenk het in een steelpan. Breng aan de kook en laat tot één derde indikken. Meng er de room door tot de saus de gewenste dikte heeft. Klop de boter erdoor. Voeg de garnalen en de mosselen toe en breng op smaak met peper en zout. Laat 1 à 2 min. trekken.
Leg de tongen op warme borden en beschenk met saus.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier