Voor 4:
600 g middenrifstuk (longhaas of onglet)
boter
200 jonge bloemkool in roosjes
20 morieljes
8 bosuitjes
50 g schoongemaakte spinaziescheuten
20 wijngaardslakken
peper en zout
Kruid het vlees, kleur in bruisende boter. Gaar volgens gewenste gaarheid verder in een warme oven. Hou warm.
Kook de bloemkoolroosjes beetgaar in gezouten water. Giet af en koel in ijswater.
Kuis de morieljes en was kort in overvloedig water. Laat wat drogen op een keukendoek. Kuis de bosuitjes en halveer. Kook ze kort af in gezouten water. Bak de morieljes aan in wat boter. Kruid. Voeg de bloemkool en de bosuitjes toe en verwarm. Doe er net voor het serveren de spinaziescheuten bij. Breng op smaak. Schik op de borden.
Verwijder het achterste deel van de slakken. Verwarm de slakken in wat kookvocht met een klontje boter en wat peper en zout. Verdeel over de groenten.
Plaats in het midden van een warm bord een klein schaaltje en doe er warme houtskool in of leg er een warme lepel in. Versnij het vlees en schik rond het schaaltje. Strooi een mengsel van geschaafd hout en gedroogde kruiden over de houtskool of in de lepel. Plaats een recipiënt over het bord. Verwijder het recipiënt voor uw gasten en serveer het vlees op de borden met groenten. Serveer er eventueel in natuurlijke jus bij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier