Maanzaadvulling:
150 gram blauw maanzaad
kokend water
75 gram kristalsuiker
25 gram blanke amandelen, fijngehakt
25 gram krenten
1 eetlepel cognac
1 dessertlepel vloeibare honing
sap van een halve citroen
enkele druppels amandelessence
1 eiwit
Brooddeeg:
15 gram gedroogde gist
1 eetlepel lauw water
250 gram bloem
1/2 dl lauwe melk
2 eierdooiers
1 eiwit
75 gram kristalsuiker
rasp van 1 sinaasappel
rasp van 1 citroen
snuifje zout
1/2 theelepel vanille-essence
25 gram boter
eierdooier met wat water
Maak eerst de vulling. Overgiet het maanzaad met het kokende water. Laat het 1 uur staan. Giet het water af en stamp het maanzaad fijn in een vijzel. Voeg suiker, amandelen, krenten, cognac, honing, citroensap en amandelessence toe. Roer alles met het eiwit tot een glad mengsel. Zet het een nacht in de koelkast.
Los de gist op in het lauwe water. Voeg de helft van de bloem en de melk toe, en vermeng. Zet het deeg op een warme plaats. Klop eierdooiers en eiwit op met suiker, citrusrasp, zout en vanille. Roer dit mengsel door het deeg en roer de resterende bloem erdoor. Laat de boter smelten en dan afkoelen, en roer door het mengsel. Dek het deeg af en laat het op een warme plaats rijzen. Besla het deeg als het tot het dubbele volume uitgerezen is, kneed het opnieuw en rol het uit tot een flinke rechthoek. Spreid de vulling over de lap uit en rol hem in de lengte tot een worst; Voeg de uiteinden samen en druk de randen aan. Leg de ring op een bakplaat en laat opnieuw rijzen. Bestrijk hem, als hij tot het dubbele volume is uitgerezen, met het eigeel-watermengsel. Knip de krans aan de bovenkant open. Bak de krans in de oven gedurende 20 minuten aan 180°C tot hij goudbruin en door en door gaar is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier