60 g linzen
8 mosselen
1 ui, grof gehakt
1 takje groene selderij
1 kruidentuiltje
1/2 preiwit
1 teentje knoflook
1 klontje boter
3 dl kippenbouillon
1 mooi blad groene kool
1 eetlepel room
peper en zout
Laat de linzen één nacht weken in een ruime hoeveelheid water. Laat de dag zelf de mosselen op een hoog vuur koken met de helft van de gehakte ui, de fijngesneden selderij en het kruidentuiltje. Haal de mosselen uit de schelp en houd ze warm. Zeef het kookvocht en bewaar het. Laat de rest van de gehakte ui, de fijngesnipperde prei en het geperste knoflookteentje fruiten in de boter. Voeg de uitgelekte linzen toe en laat ze even meefruiten. Voeg het kookvocht van de mosselen en de kippenbouillon toe. Breng aan de kook en laat 20 minuten zachtjes koken. Pureer de soep met een staafmixer, proef ze en voeg desnoods nog wat zout en peper toe. Snijd het gewassen groene koolblad in reepjes en laat 2 min. blancheren in licht gezouten water en spoel meteen af in koud water. Verdeel de reepjes in een mooi patroon over twee soepborden. Giet er de soep over en leg in elk bord enkele mosseltjes. Giet voorzichtig decoratieve streepjes of stipjes room op de soep en serveer onmiddellijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier