Lauw-warme parmentier van vitelotte-aardappel, tartaar van Zeeuwse oesters

Voor 4 personen:

Voor 4 personen:

8 vitelotte-aardappelen (blauwe aardappelen)

8 oesters

8 sint-jakobsschelpen

1 dl olijfolie

het sap van een citroen

zout (fleur de sel)

peper van de molen

35 g malse boter

enkele sprietjes fijngesneden bieslook

1 sjalot

2 el zure room

Kook de aardappelen in licht gezouten water. Open de oesters, vang het sap op en snijd de oesters doormidden. Snijd de nootjes van de sint-jakobsschelpen in fijne rondjes en leg ze op een plaat. Besprenkel ze met olijfolie en citroensap en kruid met zout en peper. Schil de gare aardappelen, plet ze fijn en meng met malse boter, een weinig versnipperde sjalot, bieslook en peper en zout. Meng de oesters voorzichtig met de geplette aardappelen en voeg ook de helft van het gezeefde oestervocht toe. Voor de saus: meng de zure room met de rest van het oestersap en kruid met peper, zout en gehakte dille. Schik de vitelotte-mousseline met de oester op de borden. Leg een krans aan van plakjes gemarineerde sint-jakobsschelpen en lepel de saus uit. Versier eventueel met gefrituurde schorseneren en bieslook.