6 zachtzure appels
4 sneetjes oud brood zonder korst
5 dl water
5 dl droge witte wijn
2 eetlepels citroensap
1 eetlepel bloem
50 gr boter
zout
kaneel
Schil de appels en snijd ze in stukjes. Meng de appelstukjes met het water, het citroensap, een snuifje zout en kaneel in een pan en breng het geheel aan de kook.
Laat de appelstukjes een 10-tal minuten koken op een laag vuurtje tot ze zacht zijn.
Pureer het appelmengsel in een mixer-blender of door een roerzeef.
Smelt 25 gr van de boter in een pan en roer er de bloem door.
Voeg al roerend de witte wijn toe tot een licht gebonden geheel is ontstaan.
Voeg de gepureerde appels toe en roer alles dooreen en laat de appelsoep warm worden.
Verhit de rest van de boter in een koekepan en bak hierin de blokjes brood bruin en knapperig.
Serveer de appelsoep, bestrooid met de blokjes gebakken brood.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier