Voor 4:
600 g konijnenfilet
8 pruimen (witte en blauwe)
2 koffielepels mosterd van Dijon
4 dl bigaradesaus (gemaakt van water, suiker, fond, chardonnay-azijn, sinaasappelsap, tomatenpuree, peper en zout)
400 g aardappelen
6 sneden gerookt spek
1 theelepel gehakte bieslook
12 bieslookstengels
200 g konijnenbeenderen
8 vellen brickdeeg
2 uien
2 wortelen
2 lepels tomatenpuree
De konijnenruggen ontbenen. De beenderen aanbraden en samen met uien, wortel en een weinig tomatenpuree kort laten sudderen. Kruiden met peper, zout, tijm en laurier. Bevochtigen met water en minstens 1 uur laten trekken.
De bigaradesaus bereiden: water en suiker tot een lichtbruine siroop koken. Blussen met azijn en een weinig sinaasappelsap. Aanlengen met konijnenfond en voor de kleur een weinig tomatenpuree toevoegen. De konijnenfilets op hoog vuur snel aan alle kanten aankleuren en laten afkoelen. De witte en blauwe pruimen een voor een in de lengte in drie dunne sneedjes snijden. De rest van de pruimen in een fijne brunoise versnijden. De helft kort aanstoven in olijfolie en de mosterd toevoegen. Kruiden met zout en peper en ook wat bigaradesaus toevoegen. De andere helft van de pruimenbrunoise aan de bigaradesaus toevoegen. De vellen brickdeeg instrijken met pruimenmosterd. De filets met een halve snede gerookt spek in het deeg rollen. De pakketjes 15 minuten in een oven van 200°C zetten. Per persoon één aardappelschijf voorzien. De rest van de aardappelen koken en pureren. De aardappelschijven krokant bakken in olijfolie. De puree afwerken met versnipperde bieslook en fijne brunoise van gerookt spek, dat licht krokant werd gebakken. De bewerkte aardappelpuree op de aangebakken aardappelschijven spuiten. Het vlees versnijden. In het midden van het bord een bespoten aardappelschijf leggen. Daarrond drie stukjes konijn in brickdeeg. De fijne sneetjes pruim tussen het vlees leggen en de saus uitgieten. Versieren met sprietjes bieslook en aardappelpuree.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier