Voor 2 personen:
3 middelgrote vastkokende aardappelen
boter
1 fijngehakt teentje knoflook
grof zeezout en versgemalen zwarte peper
2 dikke stukken kabeljauwfilet van 170 g elk
peper en zout
1 el graanmosterd
een mespuntje pesto
2 kwartjes gepelde en ontpitte Italiaanse tomaat
3 dl gevogeltebouillon
2 appelkappers
Voor de saus:
1/2 el kappertjes
5 fijngehakte groene olijven
1 theelepel pesto
1 el basilicumblaadjes
1 grofgehakte, gepelde en ontpitte Italiaanse tomaat
6 el kookvocht van de vis
klontje boter
peper en zout
Snij de ongeschilde aardappelen in plakjes van 3 mm en bak ze krokant in een klontje boter. Doe er vlak voor het einde de knoflook bij en kruid met grof zout en zwarte peper. Bereid tijdens de baktijd van de aardappelen de vis. Kruid de kabeljauw met peper en zout, meng de mosterd met de pesto en smeer er de vis langs de bovenkant mee in. Dek af met aluminiumfolie en zet gedurende 8 minuten in een oven van 180°C. Maak op het einde de saus. Doe alle ingrediënten in een pan, bevochtig met het kookvocht van de vis en monteer met boter. Kruid met peper en zout. Schik de aardappelen op de borden, leg er de vis op en lepel er de saus rond. Werk af met een appelkapper.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier