Voor 4:
pastinaak
cox
pijnboompitten
trompette de la mort
4 plakjes bloedworst
hazenrug
Â1/4 rode kool
rode wijnazijn
voor de saus:
100 g sjalot
1 g laurier
0,5 g geplette peperbollen
3 dl rode wijn
4 dl hazenfond
Voor de saus: de sjalot in boter stoven. Voeg veel laurier en grove peper toe. Blus met cognac en laat inkoken. Voeg de rode wijn toe en laat opnieuw tot de helft inkoken. Doe er de poivrade bij en laat opnieuw inkoken. Zeef.
Voor de garnituur: Schil de pastinaak. Snijd in brunoise. Kook beetgaar in gezouten water. Schil de appel en snijd in brunoise.
Fileer de hazenrug en kruid met peper en zout. Vouw bij het bakken in boter het dunste einde van de filet dubbel. Bij het draaien het stukje terug opvouwen. Op het laatst dit stukje laten kleuren.
De brunoise van pastinaak en appel en de paddestoelen allemaal afzonderlijk in boter bakken in een pan. Werk de saus af met boter. Maak de rode kool aan met 1 deel rode wijnazijn, 1 deel olie, peper en zout.
Voor het dresseren: de brunoise blokjes langwerpig op het bord schikken. Daarop de bloedworst, de stukken haas schuin versneden, de gebakken paddenstoelen en de aangemaakte rode kool leggen. Lepel de saus rond het gerecht.
Recept: Peter Coucquyt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier