Nodig voor vier :
2 konijnenruggen
2 konijnenlevers
2 grote aardappelen (bintjes)
1 lepel sojasaus
sojaolie
100 g inktvis
2 bladen groene kool
6 gedroogde pruimen
1 liter Rodenbach grand cru
in blokjes gesneden wortels, ui en selder
laurier
tijm
gember
korianderzaad
groene anijszaadjes
1 tomaat
1 dl geconcentreerde bouillon van gevogelte
1 koffielepel ketchup
De konijnenruggen van het been halen en vullen met pruimen en de helft van de levers. Kruiden met korianderzaad, gemberpoeder en peper. De ruggen oprollen en verpakken in aluminiumfolie.
De konijnenbeenderen in olie bruinbakken en in dobbelsteentjes gesneden wortelen, ui en selder toevoegen. Kruiden met gember, tijm, laurier en anijszaadjes. Alles kort stoven en de Rodenbach, een in stukken gesneden tomaat en 1 dl gevogeltebouillon toevoegen. Het vocht tot 1/3 laten inkoken. De saus zeven en op het laatste moment afwerken met klontjes malse boter.
De inktvis, groene kool en overgebleven lever in fijne reepjes snijden en kruiden met peper, zout en sojasaus. De aardappelen schillen en rauw in reepjes snijden (niet wassen !). Kruiden met peper en zout en 1 eetlepel sojaolie. De helft van de staafjes aardappel in de pan schikken, afdekken met de inktvismengeling en de rest van de aardappeljulienne op de inktvis leggen. Beide kanten van de opgebouwde koek vijf minuten bakken. De aardappelkoek dun insmeren met een mengeling van ketchup en sojasaus en de koek nog 1 minuut bakken. De konijnenruggen 10 minuten in een oven van 180 bakken. Het aluminiumfolie verwijderen en het vlees in plakjes snijden. Vlees, aardappelkoek en saus op borden schikken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier