(recept van Frédéric Lehuedé van Le Bretagne)
Voor 4:
8 appels
200 g suiker
1 portie taartdeeg
Voor het beslag:
100 g eieren
80 g eierdooiers
40 g suiker
100 g boter
300 g gezouten karamelsnoepjes
Voor de karamel:
360 g suiker
600 g room
240 g glucose
1 g vanille-extract
35 g chocolade
150 g boter
10 g zout van Guérande
Schil de appels en steek er buisjes uit met een apparaatje om klokhuizen te verwijderen. Maak een siroop met de suiker en 1 dl water en kook er de appels in. Laat uitlekken en hou apart.
Klop de eieren, eierdooiers en suiker schuimig. Laat de boter en snoepjes smelten. Laat afkoelen tot 30°C en spatel er dan voorzichtig de eieren onder.
Bekleed 4 taartvormpjes met het taartdeeg en verdeel er eerst de appels over en vervolgens het beslag. Zet 10 minuten in de oven tot de vulling gesouffleerd is.
Maak intussen een droge karamel met de suiker. Breng de room, glucose en vanille samen aan de kook tot 105°C. Klop er de chocolade door en laat afkoelen tot 35°C. Voeg de boter en het zout toe en meng goed.
Leg de taartjes op 4 borden en lepel er de karamel naast. Dien eventueel op met een bol vanille-ijs en suikersiroop gearomatiseerd met cider.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier