Op een halve rode paprika leg je een aardappelpannenkoek en daarbovenop een portie vis. Alle lekkers op een torentje.
Voor 4 personen
750 g kabeljauwhaas
4 dl visfumet
witte wijn
200 g wortelen
200 g prei
200 g selder
2 uien
2 rode paprika’s
750 g aardappelen
1/2 kg mosselen
1 el gemalen curry
4 eierdooiers
Bereiding
1. Snijd de wortelen en prei in kleine blokjes. Snijd de selder in grove stukken. Snijd één ui fijn en de andere grof. Snijd de rode paprika’s doormidden en verwijder de zaden. Schil de aardappelen, was en rasp.
2. Stoof de selder en de grove stukken ui in boter. Voeg mosselen en gemalen curry toe. Kook de mosselen tot de schelpen open staan. Haal ze uit de schelp, bedek met aluminiumfolie en houd warm.
3. Bedek de bodem van een beboterde ovenschotel met prei en fijngesneden ui. Schik daarop de gekruide vis. Overgiet met visfumet en voeg witte wijn toe tot de vis volledig onderstaat. Pocheer de vis in een voorverwarmde oven op 180 °C gedurende 20 minuten. Haal de schotel uit de oven, wikkel de vis in aluminiumfolie en houd warm.
4. Kruid de rode paprika’s met zout en peper en zet, in een gesloten ovenschaal, gedurende 20 minuten in een voorverwarmde oven. Laat de geraspte aardappelen uitlekken, verdeel in 4 porties en vorm van elke portie een compacte ‘pannenkoek’. Bak deze langs beide kanten mooi bruin in een pan met boter.
5. Maak de saus: recupereer het vocht van de gepocheerde vis, zeef eventueel (maar dan verlies je de fijngesneden groenten) en breng aan de kook. Haal van het vuur wanneer de saus kookt. Voeg 4 eierdooiers toe en roer glad. Zet de pan terug op klein vuur, warm al roerend voorzichtig op en laat binden. De saus mag niet koken, want dan schiften de dooiers.
6. Leg in het midden van vier warme borden telkens een halve rode paprika, met de opening naar beneden. Daarop een aardappelpannenkoek en een portie vis. Overgiet met saus en versier met warme mosselen.
