Serveer een origineel bordje met sint-jakobsnoten en paddenstoelen; aan de ene kant alles rauw, aan de andere kant gegrild. Beide kanten zijn minstens even lekker.
Voor 4 personen
10 verse sint-jakobsnootjes
200 g bospaddestoelen
4 bruine Parijse champignons
Saus:
1 fijngehakte sjalot
een scheutje wittewijnazijn
1/2 glas droge, witte wijn
sap van 1/2 citroen
1 kl sojasaus
1 mespuntje curry
150 g koude boter, in blokjes
grof zout en peper van de molen
Vinaigrette:
1/3 dl olijfolie
1/3 dl notenolie
1/3 dl balsamicoazijn
Bereiding
1. Snijd 6 sint-jakobsnoten middendoor. Snijd de rest van de noten en de Parijse champignons in fijne schijven. Spoel de bospaddenstoelen kort onder stromend water en droog ze.
2. Bak de paddestoelen in olijfolie.
3. Wentel de 12 halve sint-jakobsnoten in olijfolie en gril ze in een hete grillpan.
4. Doe de fijngehakte sjalot, de witte wijn, de wittewijnazijn en een eetlepel water in een pot en laat het vocht bijna geheel inkoken.
5. Klop de siroop op met klontjes koude boter boven een laag vuurtje. Voeg een koffielepel sojasaus, curry en citroensap toe. Breng op smaak met peper en zout. Zeef de saus en houd warm.
6. Presenteer op een bord langs de ene kant afwisselend schijfjes rauwe sint-jakobsnoot en schijfjes rauwe champignon. Werk af met een weinig vinaigrette. Leg langs de andere kant van het bord een hoopje gebakken bospaddenstoelen en daarbovenop 3 gegrilde halve sint-jakobsnoten. Strooi op de noten een beetje grof zout en werk af met de beurre-blancsaus.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier