
Gebakken sint-jakobsvruchten met truffels, knolselderstaafjes en veldsla
Voorzie een portie van 3 tot 5 sint-jakobsnoten per persoon. Elk bordje werk je af met de veldsla-knolseldersalade en een weinig schuimende soep.
Voor 4 personen
3 tot 5 sint-jakobsvruchten (zonder kraal) per persoon
arachide- of olijfolie
Voor de soep:
het wit van 1 prei
1 ui
50 g bloemige aardappelen
1,5 dl bouillon
1 dl melk
50 g boter
10 tot 20 g gehakte truf
een stevige scheut truffeljus
peper
zout
Voor de salade:
een handvol veldsla
knolselder in staafjes van 4 cm x 0,5 cm (krokant gegaard in gezouten water)
20 g truffel in draadjes gesneden
een druppel wittewijnazijn
notenolie
peper
zout
Bereiding
De soep:
1. Stoof de prei en de ui in boter zonder ze te kleuren. Voeg de in stukken gesneden aardappel toe, kruid en bevochtig met bouillon. Gaar de ingrediënten, voeg de melk toe en mix. Druk door een puntzeef.
2. Voeg de gehakte truffel en de truffeljus toe.
3. Warm de soep, voeg een klontje boter toe en mix schuimig.
De salade:
4. Meng de veldsla en de knolselderbalkjes en kruid met peper en zout, notenolie en een druppeltje wittewijnazijn.
2. Schik de salade centraal in een diep bord en verdeel er de truffeldraadjes over. Bak de sint-jakobsvruchten in olie aan beide zijden mooi bruin. Schik ze rond de salade en giet een weinig schuimende soep in het bord.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier