Gargouillou van jonge groenten

  • Moeilijkheid

Wilde, aromatische kruiden: pimpernel, duizendblad, dovenetel en andere planten, bloemen en wortels die je in de natuur kunt plukken.

Gekiemde zaden*

Rauwe groenten: slasoorten, kers, ijsplant, venkel, tuinbonen

Gekookte groenten: seizoengroenten zoals boontjes, wortelen, jonge courgettes, zoete uien, snijbiet, knolraapjes. Je kunt ze stomen of koken in zout water, allemaal apart. Afkoelen in ijswater en laten uitlekken.

Voor het opdienen:

4 plakken boerenham

groentebouillon

60 gekarnde boter

peper en zout

Bak in een braadpan de sneden ham. Ontvet en deglaceer met groentebouillon. Voeg een beetje boter toe en laat emulgeren met de saus van de ham. Roer er de groenten onder en warm op. Schik ‘zwierig’ op de borden. Werk af met plukjes verse tuinkruiden zoals dragon, peterselie, bieslook en de eerste wilde kruiden zoals pimpernel, duizendblad, dovenetel en enkele verse kiemen.

Je kunt heel wat verschillende zaden laten kiemen: granen, kruisbloemigen, schermbloemigen, slijmplanten, oliehoudende planten, ook peulvruchten Het kiemen gebeurt in twee fasen: het weken en het kiemen zelf. De duur van het weken verschilt volgens de gekozen variëteit: 10 tot 12 uur voor granen en fenegriek; 12 tot 24 uur voor groene soja, linzen, kikkererwten.

Doe de zaden of vruchten in bokalen en zet ze helemaal onder water. Sluit elke bokaal af met een gaasdoek die strak bevestigd wordt met een elastiek. Giet na het weken het water af en spoel de zaden. Plaats de bokalen schuin (45°), met de opening naar beneden, en bedek met een donkere doek. Spoel tweemaal per dag.

Voor een goede kieming moet je vier regels in acht nemen: de zaden moeten altijd vochtig blijven, ze moeten in het halfdonker staan, op een matig warme en verluchte plek. Gekiemde zaden kunnen koel bewaard worden als ze maar regelmatig gespoeld worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content