Voor 4:
4 taartvormpjes in bladerdeeg (1 cm hoog, 8 cm doorsnede)
1 kg Zeeuwse mosselen (Goudmerk)
1 fijngesnipperde ui
1 selderstaaf
witte peper van de molen
een weinig tijm en laurier
1 glas droge witte wijn
4 el aardappelpuree
100 g fijngesneden zuring
200 g boter
Â1/2 dl opgeklopte room
sap van een halve citroen
De versneden ui stoven in een weinig boter. De mosselen toevoegen en vervolgens de versneden selder, laurier, tijm en witte peper. De warmte in de pan blussen met witte wijn. De pan afdekken, de mosselen stoven en regelmatig opschudden. Wanneer de schelpen open staan, gaat de pan van het vuur. De mosselen uit hun schelp halen. Het gezeefde sap tot de helft van het volume inkoken. De pan van het vuur nemen en de saus opkloppen met 50 g in klontjes verdeelde koude boter. De fijngesneden zuring toevoegen. De aardappelpuree opwarmen. De geklopte room en enkele druppels citroensap toevoegen en de mengeling verdelen over de bladerdeegtaartjes. De mosselen op de puree dresseren. De saus rond de taartjes gieten en onmiddellijk opdienen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier