
Voor 4-6
2 pitabroodjes
olijfolie, plus een beetje extra voor erbij
2 tl sumak (fris-zurige specerij)
3 kleine kropjes little gem-sla, gehakt
12 kerstomaatjes, gehalveerd
2 lente-uitjes, gehakt
klein bosje munt, gehakt
klein bosje bladpeterselie, gehakt
2 kleine komkommers, in blokjes
4-5 radijsjes, in dunne plakjes
Dressing:
1 granaatappel (optioneel)
75 ml granaatappelmelasse*
50 ml ciderazijn
1 tl gedroogde munt
2 tl sumak
sap van 1 citroen
125 ml olijfolie
1 teen knoflook, geperst
zout, naar smaak
Bereidingswijze
Verhit de oven tot 200°C/gasstand 6. Snij de pitabroodjes in vierkantjes van 1-2 cm. Strooi ze op een bakplaat. Besprenkel met een klein beetje olijfolie, strooi de sumak erover en hussel door elkaar. Zet 15-20 minuten in de oven, of tot de broodjes heerlijk krokant zijn en bruin beginnen te worden. Haal uit de oven en laat afkoelen.
Doe de slablaadjes met de kruiden, komkommer, tomaatjes en lente-uitjes in een kom. Strooi de plakjes radijs en de granaatappelzaadjes erover.
Dressing: klop de ingrediënten tot een glad mengsel. Voeg naar smaak zout toe. (Ik heb mijn dressing graag flink zurig, maar dat moet ieder voor zich bepalen).
Sprenkel vlak voor het serveren ongeveer de helft van de dressing over de salade, strooi de gebakken stukjes pita erover en hussel door elkaar. Serveer de resterende dressing er in een kommetje naast.
*Granaatappelmelasse is een scherpzoete siroop die wel iets weg heeft van rinse appelstroop,