Dimsum met garnalen en een zuiders sausje

© Getty
Voor het deeg
  • 100 g bloem
  • 1 ei
  • 1 eetlepel olie
  • 1 snuifje zout
Vulling
  • 100 g gepelde grijze garnalen
  • 1 snede wit brood
  • 3 eetlepels melk
  • 1 eierdooier
  • 10 g vers geraspte gember
  • peper en zout
Voor de saus
  • 6 gedroogde tomaten op olijfolie
  • 1 eetlepel olijfolie
  • 1 dl witte wijn
  • 1 eetlepel suiker
  • 1 theelepel Provençaalse kruiden
Bereiding
  1. Deeg: maak een kuiltje in de bloem, breek het ei in het midden en werk het beetje bij beetje onder de bloem. Voeg de olie en het zout toe en meng alles tot een deeg. Kneed dit deeg tot het glad en elastisch is geworden (voeg wat water toe, als het te veel brokkelt). Rol het deeg tot een bolletje en laat 2 uur rusten op een koele plek.
  2. Vulling: snijd de korst van het brood, trek het broodkruim in stukken en laat ze weken in de melk. Hak de garnalen fijn. Meng ze met het uitgeknepen broodkruim, de eierdooier, de geraspte gember, peper en zout tot een glad mengsel.
  3. Saus: laat de gedroogde tomaten uitlekken op keukenpapier. Verhit de olijfolie, fruit er eventjes de gedroogde tomaten in en overgiet met de wijn. Voeg de suiker en de Provençaalse kruiden toe en laat 10 minuten zachtjes koken. Zet de mixer in de pan en pureer tot een vrij dikke saus. Hou ze warm.
  4. Dimsum: Rol het deeg zo dun mogelijk uit. Snijd het in twee rechthoeken, twee vierkanten en twee cirkels. Leg op elk lapje deeg een lepeltje van de vulling en vouw de lapjes dicht, zodanig dat je twee vierkanten, twee rechthoeken en twee halve maantjes krijgt. Leg de deegpakjes in het gaatjesmandje van een stoompan of stoomkoker en laat ze 20 minuten stomen op kokend water. Serveer de dimsum met het sausje en garneer eventueel met een takje verse koriander.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content