Voor 4 personen:
250 g stevige vis (zeeduivel, kabeljauw), in stukjes gesneden
250 g inktvis, in ringen
250 g grote garnalen
3 rode paprika’s
1 aubergine
250 g ui
125 g prei, in schijfjes
125 g bleekselder, in plakjes gesneden
1 liter visbouillon
3 dl gekruide tomatencoulis
een scheutje olijfolie
2 teentjes knoflook
zout en versgemalen zwarte peper
paprikapoeder, chilipoeder, tijm, oregano, peterselie
2 laurierblaadjes
50 g bloem
citroensap
De paprika’s en de aubergine in de lengte doormidden snijden. Zaden en zaadlijsten van de paprika’s verwijderen. Besprenkelen met olijfolie,
kruiden met peper en zout en 30 à 40 minuten in een oven van 200° C laten garen. De huid van de paprika’s verwijderen. Ondertussen de uien
grof hakken. Een scheut olijfolie in een grote pan verhitten en kleingesneden bleekselder, prei, ui en knoflook toevoegen. Kruiden met paprika- en chilipoeder. Bak de groenten op laag vuur beetgaar. Verhit de bouillon in een andere pan. Roer de bloem door de groenten en blijf een minuut roeren (zo verdwijnt de bloemsmaak). Giet de gekruide
tomatencoulis bij de groenten en voeg al roerende, beetje bij beetje, de bouillon toe. Snij de geroosterde paprika’s en aubergines in kleine stukjes en doe deze groenten met laurier en tijm in een pan. Voeg de vis, inktvis en garnalen toe en stoof deze halfgaar. Voeg de tomaten met groenten toe en laat nog even pruttelen tot de vis helemaal gaar is. Bestrooi met peterselie en oregano en dien op.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier