
Chocoladetaartjes met abrikoos en szechuanpeper, clementinegranité met Cointreau
Voor 4:
Voor 4:
100 g gedroogde abrikozen
1 el citroensap
100 g melkchocolade
50 g pure chocolade (85%)
100 g boter
1 ei
3 eierdooiers
25 g suiker
3/4 tl gemalen szechuanpeper
Deeg:
50 g zachte boter
50 g poedersuiker
1 grote eierdooier
115 g bloem
15 g cacaopoeder
een snuifje zout
Granité:
75 g suiker
4,5 dl clementinesap
0,5 dl citroensap
1,25 dl Cointreau
Maak eerst de granité: maak een siroop met de suiker en 1,5 dl water. Voeg het clementine- en citroensap en de Cointreau toe. Laat afkoelen. Giet in een plastic recipiënt en zet in de diepvries. Roer regelmatig om, zodat grote ijskristallen ontstaan.
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een foodprocessor en meng tot het deeg een bal vormt. Wikkel in plasticfolie en zet 30 min. koel weg. Doe de abrikozen in een pan met 3/4 dl water. Laat 5 min. zacht stoven tot de abrikozen zacht zijn en pureer tot een gladde massa met het citroensap.
Verwarm de oven voor op 180°C. Rol het deeg dun uit en bekleed er 8 taartvormpjes van 8 cm diameter mee. Prik de bodem in met een vork en zet 30 min. koel weg. Beleg het deeg met bakpapier en bakbonen. Bak 20 min. blind. Verwijder nadien bakpapier en -bonen.
Smelt intussen de chocolade en boter. Klop de eieren, eierdooiers, suiker en szechuanpeper op tot een dikke massa. Spatel er de chocolade onder en giet in de taartvormpjes. Bak 8 min. in de oven. De taartjes zullen verder opstijven tijdens het afkoelen. Serveer de taartjes warm of op kamertemperatuur met de granité.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier