Een wokgerecht om u tegen te zeggen.
Voor 4 personen
200 g Chinese garnalen
een halve paprika
2 gedroogde rode pepers
100 g cashewnoten
3 schijfjes verse gemberwortel
2 teentjes knoflook
5 dl olie voor de frituur.
Voor de marinade:
1 eetlepel rijstwijn
1 eetlepel lichte sojasaus
1/2 theelepel zout
1/2 theelepel maïszetmeel.
Voor de saus:
1,5 dl kippenbouillon
1 eetlepel lichte sojasaus
1 theelepel suiker
1 theelepel bruine azijn
1 theelepel maïszetmeel.
Bereiding
1. Snijd de garnalen in stukjes en leg ze in een kom. Voeg de ingrediënten voor de marinade toe en roer alles door elkaar.
2. Verwarm de frituurolie in een wok en bak de cashewnoten goudbruin. Verwijder de noten en zeef de olie. Giet de olie terug in de wok, verwarm tot de olie walmt en frituur de garnalen en de in reepjes gesneden paprika gedurende 1 minuut. Haal de garnalen en paprika uit de olie en laat ze uitlekken. Giet de olie af en veeg de wok schoon.
3. Meng de ingrediënten voor de saus. Verhit de wok opnieuw, voeg een weinig olie toe en verwarm de fijngesneden gember en het fijngesneden knoflook. Draai het vuur hoog en voeg de garnalen en de paprika al roerende toe. Giet de saus in de pan en voeg de versnipperde rode pepers toe. Breng alles al roerende aan de kook en laat 1 minuut koken. Strooi de cashewnoten over het gerecht en dien op.
