Bulghur met koningskrab, zeeuwse kokkels met selderij en schuimige mosselsaus

  • Moeilijkheid

150 g bulghur

4 poten van gekookte koningskrab

20 Zeeuwse kokkels

3 dl mosselvocht

1 bleekselderij

2 dl kreeftenjus

3 eetlepels opgeklopte slagroom

120 g gezouten boter

20 blaadjes jonge spinazie

rode-wijnvinaigrette

1 kaneelstok

1 klontje gezouten boter

scheut olie

4 sjalotten

1 teentje knoflook

4 dl kippenbouillon

peper en zeezout

4 eetlepels olijfolie

1 limoen

Het bulghurgraan in de pan in een scheutje olie bakken met versnipperde sjalot en knoflook. De kaneelstok en de kippenbouillon toevoegen. Zachtjes laten koken tot de bulghur gaar en de bouillon verdampt is. De kaneelstok verwijderen en een klontje boter door de bulghur roeren. Eventueel op smaak brengen met peper en zout.

De poten van de krabben openknippen, het vlees uit de poten peuteren en de baleinen verwijderen. Het krabvlees in stukjes snijden. De kreeftenjus zachtjes inkoken tot 1/3 van de hoeveelheid is overgebleven. Een eetlepel opgeklopte room en 20 g boter toevoegen, nog even inkoken en de saus mixen tot een schuimige massa. De saus bij het krabvlees roeren. 2 sjalotten stoven, mosseljus toevoegen, aan de kook brengen, 2 eetlepels room en 60 g boter toevoegen en alles schuimig mixen met een paar druppels limoensap.

De gewassen en zorgvuldig gespoelde kokkels bakken in een warme pan met 4 eetlepels olijfolie. Het deksel op de pan doen en een halve minuut laten bakken. Onmiddellijk de in julienne gesneden en geblancheerde bleekselderij met 20 g boter bij de kokkels doen, alles mengen en kruiden met peper van de molen. De spinazieblaadjes door de rode-wijnvinaigrette roeren.

Afwerking: De bulghur in vormen steken, daarop de warme krabsalade schikken, daarop en er omheen de door boter gehaalde kokkels en bleekselderij leggen. Schep de schuimige mosselsaus over en naast het gerecht. Garneer met spinaziesalade.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content