Voor 4 personen:
24 blanke asperges
8 lente-uitjes
8 kleine, witte uitjes
8 baby-artisjokken
4 jonge wortels
150 gram paddestoelen (melkzwam of shii-take)
8 eetlepels olijfolie
8 eetlepels droge, witte wijn
het sap van een halve citroen
1 takje bonenkruid
1 takje tijm
3 teentjes knoflook
12 blaadjes basilicum
peper en zout
Verwarm een scheut olijfolie in een pan en voeg de in plakjes gesneden wortel en de witte uitjes toe.
Bruin de uitjes op zacht vuur. Twee teentjes geperste knoflook, tijm en bonenkruid, een met een weinig zout en laat alles onder deksel een kwartiertje sudderen.
Bereid ondertussen een smeuïg mengsel van drie eetlepels olijfolie, een gekneusd teentje knoflook, peper en gehakte basilicum.
Verwijder de eerste twee rijen bladeren van de artisjok en snijd de puntjes af. Kort de stengel in en schil de groente met een dunschiller.
De artisjokken in de lengte doormidden snijden en de helften kort weken in water met citroensap. Schil de asperges, snijd de houterige delen af en snijd de groente in stukken.
Pel de lente-uitjes en gebruik slechts een 8-tal centimeter van het witte gedeelte. Maak de paddestoelen schoon.
Doe de artisjokken en de lente-uitjes in de pan met de wortel en witte uitjes en laat de groenten een tiental minuten meesudderen op zacht vuur.
Doe dan de asperges in de pan en laat alles nog zo’n tien minuten koken. Bak de paddestoelen in olijfolie op groot vuur.
Kruid met peper en zout. Laat uitlekken. Controleer of alle groenten gaar zijn en voeg de paddestoelen toe. Verdeel de groenten over vier warme borden.
Meng het stoofvocht met het smeuïg mengsel van basilicum, knoflook en olijfolie. Kruid de saus en giet uit over de groenten. Versier met verse tuinkruiden.
Bereidingstijd: 40 minuten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier