200 g bladerdeeg
2 appelen
50 g bruine suiker
1 koffielepel bloem
50 g rozijnen
1 ei
een snuifje kaneel
Strooi wat bloem op de keukentafel en rol er het bladerdeeg dun op uit. Snij er vierkanten uit van ongeveer 12 op 12 centimeter.
Schil de appelen, verwijder de klokhuizen en snij de appelen in kleine stukjes.
Neem een grote kom en meng de appelstukjes, de suiker en de bloem goed door elkaar. Voeg er nog een snuifje kaneel aan toe.
Schep op ieder stukje bladerdeeg een beetje van dit mengsel. Maak dan met een penseel de randen van het deeg vochtig en vouw dan de deeglapjes dicht. Druk goed op de randen.
Bestrijk de flapjes met losgeklopt ei (dan bakken ze mooi bruin) en bak ze gedurende ongeveer 25 minuten in de oven op 200°C.
Na het bakken, als de flappen nog warm zijn, kan je er nog suiker bovenop strooien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier