Piet Huysentruyt: ‘Een zaak runnen tot ik erbij neerval? Dat doe ik mezelf niet meer aan’

© Foto Filip Naudts

Piet Huysentruyt (56) had van 2004 tot 2013 succes met het tv-programma SOS Piet en de gelijknamige kookboeken. Hij woont al twintig jaar in het Franse Les Vans, waar hij in 2013 restaurant Likoké opende. Onlangs nam zijn zoon Cyriel de sterrenzaak over.

Mentaal heeft het me drie jaar gekost om Likoké los te laten. Mijn team had al langer door dat het die kant opging, ik nog niet. Het was net zoals een mooie uitspraak van Paul Bocuse: ‘Wie kookt er als de chef er niet is? Dezelfde als wanneer hij er wel is.’ Uiteindelijk heb ik samen met Cyriel de knoop doorgehakt, maar in de praktijk veranderde er dus niet zoveel. Met dat verschil dat ik er nu ben voor de klanten wanneer ik de zaak bezoek, en dat ik niet meer aan Likoké denk wanneer ik er niet ben.

Mijn vrouw is de metronoom in mijn leven. Toen het in onze eerste zaak in Wortegem-Petegem minder goed ging, bleef ze pal achter me staan, en het is enkel dankzij haar dat ik aan de top geraakt ben. Het was ook vooral mijn vrouw die voor de opvoeding van de kinderen zorgde. ( aarzelt) Als zij me vertellen dat ze me vroeger amper zagen, breekt mijn hart. Maar we hadden een doel, we wilden ergens raken. Dan zijn opofferingen onvermijdelijk.

Als mijn kinderen me vertellen dat ze me vroeger amper zagen, breekt mijn hart.

In dit vak moet je je eigen weg uitstippelen. Aan het begin van mijn carrière was ik een buitenbeentje omdat ik invloeden van overal combineerde, maar ik was altijd als de dood dat ik anderen zou na-apen. Je mag teruggrijpen naar eeuwenoude technieken en jezelf bijscholen bij collega’s, zoals ik later en tot verbazing van vrienden ook bij Sergio Herman en Viki Geunes gedaan heb, maar vervolgens moet je je eigen potje koken.

Na al die jaren kan ik mijn vrouw eindelijk zeggen dat we tijd zat hebben. Dat kon ik me vroeger niet eens voorstellen. Ik kook nog enorm graag en ben heel gelukkig wanneer mensen me vertellen dat ik hun een bijzondere ervaring heb geschonken, zoals op een trouwfeest onlangs gebeurde. Maar een zaak runnen tot ik erbij neerval? Dat doe ik mezelf niet meer aan.

De ‘beste chef’ bestaat niet. Ik wilde jarenlang de beste zijn, maar eigenlijk zijn rangschikkingen onzin. Met chefs is het zoals met muziek: de een houdt van Madonna, een ander van Led Zeppelin, en wat voor mij een hemelse culinaire ervaring is, vind jij misschien maar niks. Lijstjesmakers zouden ons beter met rust laten en gewoon laten werken, denk ik soms. Uiteindelijk hebben we allemaal maar één wens: de klant gelukkig maken.

Ik heb lang geteld hoeveel levensjaren ik nog had. Een gevolg van de onverwachte dood van mijn vader op zijn zeventigste, toen ik 36 was. Ik zit al in de helft, dacht ik toen. Het keerpunt is er pas gekomen toen mijn moeder overleed. Ze geloofde tot drie dagen voor haar dood dat ze zou genezen en bleef zolang ze kon van het leven genieten. Nu denk is: het is wat het is. Hartproblemen en diabetes hebben me doen inzien dat ik er lichamelijk niet op vooruitga, maar mijn doodsangst is verdwenen.

Omdat ik ze niet meer verwacht, doen welgemeende complimenten me dubbel zoveel plezier.

Elke chef krijgt graag erkenning voor zijn vakmanschap en creativiteit. Op dat vlak is het einde van SOS Piet wel een hele verandering geweest. Ik wilde mijn carrière eindigen waar ze begonnen was en me op Likoké toeleggen, maar met het tv-programma viel ook een groot stuk van de aandacht weg. Het is vreemd om opeens zelf contact te moeten opnemen met journalisten. Tegelijk mis ik niets, want tv-figuren zijn publiek bezit. Nu stappen mensen veel voorzichtiger op me af, en omdat ik ze niet meer verwacht, doen welgemeende complimenten me dubbel zoveel plezier.

Mensen zijn weleens verrast als ze me voor het eerst ontmoeten. ‘Ge zijt precies toch sympathiek’, hoor ik soms. ( lacht) Wie altijd zichzelf blijft en een mediafiguur wordt, ontsnapt daar niet aan, denk ik. Uitspraken hoeven maar even uit hun context gerukt te worden om een heel ander beeld van je te creëren. Al heb ik het een beetje aan mezelf te danken. In Wortegem-Petegem was de druk soms zo groot dat ik me als een ongeleid projectiel gedroeg. Terwijl ik eerder een zachtgekookt ei ben. ( lacht) Als mijn zoon zegt dat hij me als een vriend beschouwt, als iemand aan wie hij alles kwijt kan, dan loop ik op wolken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content