Johan bereikt halve eindstrijd

Johan Engelen (49) kon gisteren het ticket voor de halve finale afsnoepen van Joyce Van Rijkel, de winnares van vorige week. Zijn dessertbordje met chocomousse, panna cotta en een zelfgemaakt koekje was de favoriet van de sterrenchefs.

Waarom werd uw bordje beloond met een ticket voor de halve finale?

Engelen: Eerst en vooral omdat de smaken goed waren. Toch denk ik dat ook de evolutie die ik de voorbije weken heb gemaakt een belangrijke rol heeft gespeeld. Dresseren was niet mijn sterkste punt, maar gisteren was mijn dessertbordje erg mooi gepresenteerd. Ik denk dat de chefs die vooruitgang beloond hebben.

Bent u zelf een zoetekauw?

Desserten zijn zeker een specialiteit van me. Toch als het op basisgerechten als chocomousse of tiramisu aankomt. Ik had bovendien ook iets goed te maken. Enkele weken geleden leverde ik een mindere prestatie tijdens een dessertopdracht met appelen en peren, en dat wilde ik nu zeker recht zetten.

Kookt u dagelijks?

Tijdens de week geldt de regel: wie eerst thuis is, kookt. Op zondag mag het allemaal wat uitgebreider en staan mijn vrouw en ik vaak samen in de keuken. Ik houd van klassieke gerechten als gebraad, ovenschotels, enz. Veel streekgerechten waren me dus niet onbekend.

Hebt u ooit culinaire ambities gehad op professioneel vlak?

Eigenlijk niet. Koken is eerder een uit de hand gelopen hobby. Ik neem ook graag mijn tijd om te koken. Als de soep, bijvoorbeeld, om twaalf uur op tafel moet staan, begin ik er toch graag om een uur of tien aan. De tijdsdruk vond ik dan ook het moeilijkste aspect van de hobbykok.

U begeleidt wel iedere maand een kookclubje.

Twee jaar geleden ben ik samen met een tiental vrienden een kookclubje voor mannen gestart. Eén keer per maand komen we samen in de keuken van het lokale ontmoetingscentrum om te koken. Ik bepaal steeds de gerechten, doe de inkopen en zorg ervoor dat iedereen aan de slag kan. Dat is altijd heel gezellig. Zij zijn natuurlijk heel enthousiast over mijn deelname en supporteren iedere week voor me.

Ellen De Wolf