Italië en Slovenië maken ruzie over balsamico-azijn
De azijnproducenten van Italië zijn in een strijd verwikkeld met hun concurrenten in Slovenië over balsamico-azijn.
Het consortium voor de bescherming van Aceto Balsamico di Modena, de traditionele balsamico-azijn die in de regio Emilia-Romagna in Noord-Italië wordt gemaakt, voelt zich aangevallen door azijnmakers in het oostelijke buurland.
De regering van Slovenië heeft bij de EU een aanvraag ingediend voor een zogeheten nationale technische norm voor de productie van balsamico-azijn. De Italiaanse producenten zien dat niet zitten. Voor hen ligt het gebruik van de term te dicht bij hun beschermde regionale merk uit Modena, wat tot verwarring zou kunnen leiden.
Het azijnconflict gaat niet alleen over ingrediënten en namen, maar over een miljardenomzet, schrijft de Italiaanse krant Il Sole 24 Ore. Als de Slovenen in hun opzet slagen, zou worden bepaald dat ‘alle wijnazijnen vermengd met druivenmost’ zich ‘aceto balsamico’ of balsamico-azijn mogen noemen, aldus Federico Desimoni, directeur van het consortium.
De druiven voor de Italiaanse balsamico zijn traditioneel afkomstig van de druivenrassen Lambrusco, Sangiovese, Trebbiano, Albana, Ancellotta, Fortana en Montuni. Aan de druivenmost wordt minimaal 10 procent wijnazijn en een hoeveelheid oude azijn van ten minste 10 jaar oud toegevoegd.
Slovenië meent in zijn recht te staan omdat de azijnkwestie in de EU niet is geregeld, wat volgens Ljubljana betekent dat elk land zijn eigen regelgeving kan vaststellen. Slovenië heeft de plannen eind 2020 naar de EU-Commissie gestuurd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier