Interview: Alle Dagen Honger over hun helden en waarom ze nét geen nobelprijs verdienen

© Alle dagen honger
Eva Kestemont
Eva Kestemont Journalist Weekend.be

Het culinaire projectbureau Alle Dagen Honger verspreidt haar boodschap over de schoonheid van eten nu ook in de offline wereld met het boek Helden van het echte eten. Daarin gaan ze op zoek naar het verhaal achter je dagelijkse prakje. “We merkten dat er heel interessante verhalen schuilgaan achter datgene dat op ons bord belandt.”

Johanna Goyvaerts en Barbara Serulus, twee van de drie stuwende krachten achter de awardwinnende blog Alle Dagen Honger en het foodfestival Krachtvoer, hebben nu ook een boek uitgebracht. In het mooie Helden van het echte eten brengen ze een hulde aan al wie zorgt voor het voedsel op ons bord.

Hoe zijn jullie eigenlijk aan Helden van het echte eten begonnen?

Johanna Goyvaerts: “Dat is begonnen vanuit onze interesse in goede producten. We merkten dat we wanneer we koken, dikwijls meer tijd spenderen aan de zoektocht naar goede producten, dan aan het in de keuken staan zelf. In het boek hebben we geprobeerd die fascinatie voor goede producten uit te diepen. We merkten dat er heel interessante verhalen schuilgaan achter datgene dat op ons bord belandt.”

Het is echt moeilijk om iets kleinschalig te doen, je te houden aan je principes en een visie te volgen. Het is dus best wel een heldhaftige daad om op dit moment te kiezen voor dat soort job.

Barbara Serulus: “Het boek werd een spontane verderzetting van een oude reeks op onze blog ‘Helden’, waarin we producenten in de schijnwerpers zetten. Corazon, de eigenares van een zelfplukboerderij, was een van de eerste mensen die we daarvoor hebben geïnterviewd en zij staat nu ook als eerste in het boek. Na een tijd vonden we die reeks op onze blog zo plezant dat we er iets tijdloos van wilden maken.”

Corazon
Corazon© Senne Van Der Ven en Eefje de Coninck

Johanna: “Ja, want je hoort het verhaal van het eten dat voor je ligt, maar ook dat van de mensen achter het product. We vonden het erg leuk om te luisteren naar hun gepassioneerde uitleg, maar schrokken ook een beetje van de moeilijkheden waar ze vandaag mee te maken krijgen.”

Barbara: “Die mensen hebben een keuze gemaakt die in onze samenleving niet bepaald evident is en werken er ongelofelijk hard voor. Het is echt moeilijk om iets kleinschalig te doen, je te houden aan je principes en een visie te volgen. Het is dus best wel een heldhaftige daad om op dit moment te kiezen voor dat soort job.”

Wat waren dan die problemen waar jullie praatgasten mee te maken hadden?

Johanna:“Dat was bij iedereen iets anders. Door met zoveel mensen te gaan praten, hebben we heel veel facetten van de voedingsindustrie leren kennen. Kijk maar naar Corazon: toen we bij haar op haar veld stonden, vroeg ze: ‘valt het je niet op dat alle weides hier rond paardenweides zijn?’ Wat blijkt? Landbouwgrond brengt vandaag de dag meer op voor de eigenaar wanneer het verhuurd wordt als paardenwei dan wanneer het als landbouwgrond gebruikt wordt.”

Barbara: Via dat verhaal kwamen we bij het biogrondfonds De Landgenoten, dat dat probleem aanpakt en gronden beschikbaar maakt voor bioboeren. Gaandeweg leerden we zo steeds meer aspecten van de voedingsindustrie kennen. Voordat we Helden van het echte eten maakten, waren er zo veel dingen waar we maar vaag iets van wisten.

Interview: Alle Dagen Honger over hun helden en waarom ze nét geen nobelprijs verdienen
© Senne Van Der Ven en Eefje de Coninck
– “Het zou ook nogal iets geweest zijn als we wél een antwoord gevonden hadden op het voedselvraagstuk!

“We zouden verdorie de nobelprijs krijgen!”

Dat vond ik heel leuk aan het boek: jullie romantiseren de ambachten niet. Je kan je als buitenstaander wel voorstellen dat het vak moeilijker wordt door bijvoorbeeldstijgende energieprijzen, maar van zaken als een grondfonds weet de gemiddelde consument echt niets.

Johanna: “Ja, we hebben die verhalen er uiteraard ingestoken omdat ze ons óók interesseren. Alles wat met eten te maken heeft, interesseert ons. Dus als je dan een gesprek aanknoopt met een ervaringsdeskundige en die begint spontaan te vertellen over de problemen, is dat mooi om mee te nemen in het grotere verhaal.”

‘Alle Dagen Honger, komt u maar naar voren’

Hebben jullie, naast alle specifieke problemen, ook een soort overkoepelend probleem gevonden dat elke producent in elke sector ervaart?

Johanna: “Ja. Toen we aan dit boek begonnen, hadden we eigenlijk een vraag die we graag opgelost wilden zien: wat is de toekomst van die kleinschalige producenten? Die vraag is de rode draad doorheen ons boek.”

Voedselveiligheid zou beter een aantal categorieën hanteren zodat niet iedereen over dezelfde boeg wordt gegooid en de kleine ambachten iets meer ademruimte krijgen.”

Barbara: “We zijn met zeven miljard mensen op de aarde. Hoe gaan we die voeden en welke rol speelt het kleinschalige initiatief erin? We wilden zeker geen pleidooi houden tegen alles dat industrieel is, maar hoe verhouden die twee werkvormen zich tot elkaar? Daar kan je helaas geen antwoord op geven. Dit is een levensvraag die ons vermoedelijk nog ons hele leven zal achtervolgen.”

Johanna: “Ik vond het heel frustrerend dat daar maar geen antwoord op kwam. Ik heb lang gedacht dat we iets niet goed hadden aangepakt.”

Barbara: “Het zou ook nogal iets geweest zijn als we wel een antwoord gevonden hadden op het voedselvraagstuk!”

Johanna: “We zouden verdorie de nobelprijs krijgen!” (lacht)

Barbara: “‘Alle dagen honger, komt u maar naar voren.’ (lacht) Serieus nu: kleinschalige productie heeft het moeilijk omdat het moet voldoen aan dezelfde regelgeving als massaproductie. Om ons cultureel erfgoed en onze diversiteit te bewaren, zouden we kleine initiatieven minder moeten proberen te ontmoedigen door de regelgeving aan te passen. Kijk maar naar de kleine slagerij van Diny en Floris in ons boek : zij moeten voldoen aan dezelfde regels als een fabriek waarbij elk uur tweeduizend worsten van de band rollen. Dat maakt het er vanzelfsprekend niet gemakkelijker op als je een klein winkeltje hebt. Voedselveiligheid zou beter een aantal categorieën hanteren zodat niet iedereen over dezelfde boeg wordt gegooid en die kleine ambachten iets meer ademruimte krijgen. Dat was dus zeker wel een probleem waarmee elke kleine producent mee te maken had.”

De industrialisering heeft ons en onze maatschappij gevormd. Maar nu is de slinger naar de andere kant doorgeslagen.

Voedselindustrie

Johanna: “Wat ik niet verwacht had voor we aan het boek begonnen, zijn de innovatieve ideeën die die kleine ondernemers hebben. Kleinschaligheid is een broedplaats voor experimenten en oplossingen voor problemen uit de algemene voedingsindustrie. Kijk maar naar de viskweker en de zeewierboerinnen in ons boek: zij proberen met wat ze doen een oplossing te bieden voor prangende zaken zoals bijvoorbeeld overbevissing. “

Barbara: “Die ruimte voor experiment is er omdat je door de kleinschaligheid nog gemakkelijk kan bijsturen. Een groot bedrijf zal minder graag het risico nemen een nieuwe methode uit te proberen omdat je daar minder gauw kan ingrijpen als het fout loopt.”

Interview: Alle Dagen Honger over hun helden en waarom ze nét geen nobelprijs verdienen
© Alle dagen honger

Mensen zijn het anonieme van eten steeds meer en meer beu. Hoe komt dat, denken jullie?

Johanna: “Vroeger stonden mensen dichter bij hun eten. Dieren slachten bijvoorbeeld gebeurde vroeger gewoon op straat. De afstand tussen de mens en wat die in zijn mond steekt is vandaag zo groot geworden dat we simpelweg niet meer weten waar ons eten vandaan komt. Er is niks zo intiem als eten, want je stopt het letterlijk in je lichaam. Er is niets anders dat je in je lijf stopt. (Stilte, twijfel, lacht.) Goed, dat is misschien ook niet helemaal waar”

Barbara: “De industrialisering is lang iets positief geweest en eigenlijk is het nog steeds iets positief: ze maakt het voor mensen gemakkelijker om te gaan werken en niet de hele dag in de tuin voor je eten te moeten zorgen. Het heeft ons en onze maatschappij gevormd. Maar nu is de slinger naar de andere kant doorgeslagen.”

Komt dat vanuit een soort van wantrouwen?

Barbara: “Dat denk ik wel. Er zijn al een aantal crisissen geweest in de voedselsector. Ik geloof gelukkig wel dat de verhalen die wij brengen een effect kunnen hebben op de industrie. En daarmee bedoel ik niet dat alles kleinschalig moet worden, maar wel dat de industrie meer openheid en een kwaliteitsstijging moet nastreven. Je merkt nu ook wel al een verandering: het is steeds minder gepermitteerd om bijvoorbeeld massa’s bewaarmiddelen in een product te steken. De twee sectoren kunnen wat van elkaar leren!”

We waren altijd erg lyrisch na een gesprek met en producent, maarlater beseften we dat dat onze weg niet is. Wij zijn de tussenpersonen die de verhalen van deze mensen vertellen. Dát is onze ambacht.

Zouden jullie jezelf ook in zo’n bedrijfje zien werken als die waar jullie zijn gaan interviewen?

Barbara: “Ik was altijd erg lyrisch toen we buitenkwamen bij onze praatgasten, maar dat gevoel ging elke keer wel opnieuw weer snel voorbij. We hebben veel bewondering voor de mensen die we gesproken hebben – ik denk dat we soms wat afgunstig waren over het feit dat zij zo’n specifieke keuze hebben kunnen maken.”

Johanna: “Ik ben er heel jaloers op dat je één ding kan kiezen dat je vervolgens helemaal kan uitdiepen. Dat moet zo’n rust brengen. Maar zelf zou ik het niet kunnen. Hoe graag ik het ook zou doen en hoeveel bewondering ik er ook voor heb.”

Barbara: “Nee inderdaad. Dat is niet onze weg. Wij zijn de tussenpersonen die de verhalen van deze mensen vertellen en dat doen we door dit boek en door festivals te organiseren. Dát is onze ambacht. Dat is uiteraard veel eclectischer dan weten hoe je appels oogst, maar wie weet vinden we daar ook nog wel eens rust in. Ooit. (lachen)

Leren niet de boekjes te volgen

Iets dat mij bezig hield tijdens het lezen van jullie boek: er staan verschillende recepten in die behoorlijk wat tijd vragen zoals appelcider of zuurdesembrood. Hebben jullie daar tijd voor? En denk je dat jullie lezers daar tijd voor hebben?

Johanna: “Dat is een keuze die je maakt natuurlijk. Als mode je interesseert, ga je elke week shoppen. Ik sta graag in de keuken, maar wij smeren zelf ook niet altijd zelfgemaakte boter op ons zelfgebakken zuurdesembrood hoor.”

Barbara: “Dat verwachten we ook van niemand. Als je op een hele zomer er al één keer in slaagt ijs te maken, is dat geweldig. We hebben in het boek gewoon gekozen voor die basisrecepten omdat ze pasten bij de sfeer van het boek. Het is leuk om af en toe zelf iets proberen te maken en bovendien schat je dan de producten die je anders gewoon in de winkel koopt ook weer naar waarde, want je weet hoeveel werk erin kan kruipen.”

Johanna: “Hoewel verschillende van die dingen eigenlijk niet moeilijk zijn. Het lijkt allemaal moeilijk, maar dat is het niet.”

Ik denk dat mensen, als je hen voor de keuze stelt, steeds voor de ethisch correcte optie zullen kiezen. Maar de gemiddelde mens denkt er nu gewoon eenmaal niet over na.

Barbara: “Je krijgt ook gewoon zoveel voldoening van dat soort werk. Het kan echt deugd doen in het weekend om een lading paté te maken en vervolgens enkele vrienden ui te nodigen om die te verorberen.”

Johanna: “Mensen moeten leren niet de boekjes te volgen. Ons boek gaat nu over ambachten, maar dat wil niet zeggen dat ze vanaf nu alleen nog maar dit soort producten mogen eten.”

Interview: Alle Dagen Honger over hun helden en waarom ze nét geen nobelprijs verdienen
© Senne Van Der Ven en Eefje de Coninck

Ambachtelijk geproduceerde producten zoals die in jullie boek zijn logischerwijs duurder dan andere producten, want de productie gebeurt kleinschalig. Gaat de gewone consument dit soort producten ooit opnemen in zijn voedingspatroon?

Barbara: “Als mensen even stilstaan bij hun voedsel en er meer over te weten komen, zouden ze er volgens mij graag meer voor betalen. Ik denk dat mensen, als je hen voor de keuze stelt, steeds voor de ethisch correcte optie zullen kiezen. Maar de gemiddelde mens denkt er nu gewoon niet over na. Het heeft niet zozeer met geld te maken, want ik ken genoeg mensen uit verschillende lagen van de bevolking die er bewust voor kiezen om een bepaalde soort voeding (bio of ambachtelijk geproduceerd) te eten. Het heeft dus volgens mij niet zozeer te maken met inkomen – hoewel bepaalde mensen natuurlijk écht niet anders kunnen dan het goedkoopste product te kopen -, maar met bewustzijn.”

Johanna: “De kostprijs is uiteindelijk ook relatief. Wij hebben thuis bijvoorbeeld altijd groenten van bij Corazon. Voor haar prijs zou ik dat in de supermarkt niet allemaal kunnen gaan kopen. Het zijn de keuzes die je maakt: wij eten bijvoorbeeld niet elke dag vlees. Goede producten kosten iets meer, maar je maakt afwegingen.”

Barbara: “Vroeger ging 60 % van het huishoudbudget naar eten, vandaag nog 13 %. Tegelijkertijd zie je wel heel veel mensen rondlopen met een dure smartphone. Voor mij hoeft niet iedereen dezelfde prioriteiten te hebben als het gaat over geld uitgeven, maar de prijs zou geen doorslaggevend element mogen zijn om de producten waar wij het over hebben niet te kopen.

Waarom kopen we dan nog niet massaal van die kleine boeren?

Barbara: “Bereikbaarheid speelt daar zeker een rol in. Niet iedereen kan zelf naar de boerderij gaan om zijn groenten en fruit te gaan kopen. Dus op vlak van distributie is er zeker nog werk aan de winkel.

Johanna: “Er is wel al vanalles aan het veranderen! We zien tegenwoordig regelmatig initiatieven de kop opsteken waarbij ambachtelijk geproduceerd voedsel bereikbaarder wordt. Denk maar aan Marta, een markt die boeren naar de stad haalt of aan Fermet, een biologische online groentenmarkt.”

Interview: Alle Dagen Honger over hun helden en waarom ze nét geen nobelprijs verdienen
© Helden van het echte eten / Luster

Het boek De helden van het echte eten kost 29,95 euro en is te koop in de lokale boekenwinkel of op de website van uitgeverij Luster.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content